Biografisch Woordenboek van Nederland Wiskundigen


Pieter de Wolff verpersoonlijkte de brug tussen de wiskunde-beoefening, de toegepaste statistiek, de studie van de econometrie en de sfeer van het economisch beleid in Nederland.

WOLFF, Pieter de, wetenschapper en bestuurder (Amsterdam, 25 mei 1911 - Heemstede, 18 januari 2000). Zoon van Pieter de Wolff , koperslager, en Elizabeth Margaretha Schalekamp. Gehuwd in 1937 met Hilligje Geesje Lok (1911-2005). Uit dit huwelijk werden twee dochters geboren.

Piet de Wolff behaalde het eindexamen HBS-B op de leeftijd van 16 jaar. Hij studeerde aan de Universiteit van Amsterdam wis- en natuurkunde, met wiskunde als hoofdvak, en volgde daarnaast colleges in de Scandinavische talen. Op zijn 21ste studeerde hij af. Hij werd assistent van Clay, en volgde uit belangstelling de colleges van Tinbergen aan de Economische Faculteit. Dat leidde tot een levenslange vriendschap en, in 1935, tot een aanstelling bij het Centraal Bureau voor de Statistiek. De Wolff verrichtte daar een aantal econometrische studies en verkreeg in 1938 een Rockefeller beurs voor verdere studie op dit gebied in Zweden en Noorwegen. Een van zijn eerste wetenschappelijke artikelen is een baanbrekende bijdrage over het onderscheid tussen micro- en macro-economie. De Wolff bleef niet bij het CBS: in 1942 ging hij werken bij de afdeling marktanalyse van Philips.

Na de Tweede Wereldoorlog nam De Wolffs loopbaan een andere wending. Hij werd in 1946 directeur van het Gemeentelijk Bureau voor de Statistiek van Amsterdam, en kort daarna docent en later hoogleraar aan de Gemeentelijke Universiteit, waar hij aan de Economische Faculteit statistiek en wiskundige economie doceerde. Daarmee begon de combinatie van bestuurlijke functies en wetenschappelijk onderwijs aan de Universiteit van Amsterdam die zijn verdere werkzame leven heeft gekenmerkt. Hij verkoos een maatschappelijke carrière boven een wetenschappelijke loopbaan, en hij was daarin zeer succesvol. Van 1955 tot 1966 was hij directeur van het Centraal Plan Bureau, en in het verlengde daarvan vervulde hij tal van functies in permanente en tijdelijke adviesorganen van de overheid en andere maatschappelijke gremia zoals de Sociaal-Economische Raad, de Centrale Economische Commissie en de Oosterschelde Commissie. Tot ver na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd bleef hij actief in bestuursfuncties; hij was bijvoorbeeld lid van het Curatorium van het Mathematisch Centrum. Bij al deze werkzaamheden wist hij de onafhankelijke uitoefening van zijn kritische geest te bewaren. Koninklijke onderscheidingen, een eredoctoraat (Groningen, 1969) en het lidmaatschap van de KNAW werden zijn deel.

De Wolff was een opgeruimde man met een buitengewoon scherpe en snelle geest die hij bij voorkeur ten dienste stelde van vragen van nationaal beleid, in het bijzonder op economisch gebied. Daarnaast had hij een uitzonderlijk grote talenkennis - op hoge leeftijd leerde hij voor de aardigheid nog Nieuw Grieks. In de omgang met anderen was hij aimabel, open, levendig en direct, en soms wat ongeduldig.

Bronnen
A. Heertje, 'Pieter de Wolff, levensbericht', in Levensberichten en herdenkingen 2001. Amsterdam: KNAW, 2001, pp. 81-87.
Piet de Wolff, 'Het toeval heeft in mijn leven een grote rol gespeeld', in Vele gezichten. Acher de schermen van het IISG. Amsterdam: Stichting Beheer IISG, 1991.
J.S. Cramer, A. Heertje and P. Venekamp (ed.), Relevance and Precision, Essays in Honour of Pieter de Wolff. Alphen aan den Rijn: Samson en Amsterdam: North Holland, 1976. Bevat een bibliografie. J.S. Cramer, 'In Memoriam Pieter de Wolff', Nieuw Archief voor Wiskunde, 5/1 nr.3 september 2000

Publicaties
'Income Elasticity of Demand: A Micro-economic and a Macro-economic interpretation'. Economic Journal, 1941, pp. 140-146.
Bedrijfsstatistiek. Alphen aan de Rijn: Samson, 1950.

Auteur: J.S. Cramer

Laatst gewijzigd: maart 2008