Biografisch Woordenboek van Nederland Wiskundigen


Raadpensionaris Jan de Witt was naast zijn staatsmanschap verdienstelijk wiskundige. Zijn verhandeling over lijfrenten plaatsten de wiskunde zelfs direct in dienst van de politiek.

WITT, Jan de, staatsman (Dordrecht, 24 september 1625 – Den Haag, 20 augustus 1672). Zoon van Jacob de Witt, patriciër. Gehuwd in 1655 met Wendela Bicker (30 december 1635 – 1 juli1668), een telg uit een van de machtigste geslachten van Amsterdam. Uit dit huwelijk werden twee zoons en zes dochters geboren.

De broers Jan en Cornelis de Witt zaten in Dordrecht op de Latijnse school van Isaac Beeckman en studeerden vervolgens rechten in Leiden, waar zij in huis woonden bij Frans van Schooten sr. Jan de Witt volgde naast de rechtenstudie de wiskundelessen van Frans van Schooten jr. Op 23 juli 1653 werd Jan de Witt raadpensionaris van het gewest Holland. In 1672 werden Jan en Cornelis de Witt gelyncht bij de Gevangenpoort in Den Haag.

In de periode 1646-1649 schreef Jan de Witt Elementa Curvarum Linearum (Elementen van kromme lijnen), dat in 1660 in twee banden verscheen. Ten opzichte van de klassieke basistekst over kegelsneden van de Griek Apollonius was dit een wezenlijke vernieuwing.

In 1671 worstelden de Staten van Holland met de vraag hoe zij geld zouden lenen, in de vorm van lijfrenten, dat wil zeggen de staat verplichtte zich om na ontvangst van een bepaald bedrag tot aan de dood van een zekere persoon (het lijf) jaarlijks een rente uit te keren, of in de vorm van losrenten, die de staat verplichtten voor een bepaalde periode jaarlijks een rente uit te keren. De Witt schreef een studie ten behoeve van de Staten van Holland, de Waardye van lyf-renten naar proportie van los-renten. Het werk is in de Verslagen van de vergaderingen van de Staten van Holland opgenomen, al is niet duidelijk of het ook politieke invloed heeft gehad. De Witt betoogde dat met de gebruikelijke renten een lijfrente zowel voor de koper als voor de Staten te prefereren viel boven een losrente.

Een centrale rol speelde in De Witts waarschijnlijkheidstheoretische beschouwingen het begrip ‘eerlijk kanscontract’. Een kanscontract is eerlijk als de premie even hoog is als de gemiddelde opbrengst. In de sfeer van de lijfrenten rekende De Witt in feite wat we nu verwachtingswaarden zouden noemen uit en leverde daarmee een originele bijdrage aan de levensverzekeringswiskunde. De invloed van Christiaan Huygens’ boek Van rekeningh in spelen van geluck (1660) is onmiskenbaar.

Bronnen
H.H. Rowen, John de Witt, grand pensionary of Holland, 1652-1672, Princeton, 1978
A. W. Grootendorst, `De Kegelsneden bij Jan de Witt', Nieuw Archief voor Wiskunde, 4e serie, deel 17, 1999, pp. 409-425
P.J.A.N. Rietbergen, `Geleerden en Bestuurders – Geleerde Besturders? Politiek, Wetenschap en Technologie in de 17e Eeuwse Nederlandse Republiek, of: het ‘Wonder’ van Jan de Witt', Nieuw Archief voor Wiskunde, 4e serie, deel 17, 1999, pp. 427-437
I.H. Stamhuis, `Radeloos, Redeloos, Noch Reddeloos; Jan de Witts Lijfrenteberekeningen rond het Rampjaar', Nieuw Archief voor Wiskunde, 4e serie, deel 17, 1999, pp. 439-452
J.P. Hogendijk, `Book I of Jan de Witt’s Elementa Curvarum Linearum and the Conics of Apollonius', Nieuw Archief voor Wiskunde, 4e serie, deel 17, 1999, pp. 453-463 Jan de Witt in St. Andrews

Publicaties
A.W. Grootendorst, Jan de Witt: Elementa Curvarum Linearum Liber Primus, Amsterdam (1997) [Tekst, vertaling, inleiding en commentaar op het werk van De Witt door A.W. Grootendorst]
A.W. Grootendorst, Jan de Witt: Elementa Curvarum Linearum Liber Primus, New York: Springer, 2000 (Engelse versie van [Grootendorst 1997])
A.W. Grootendorst, Jan de Witt: Elementa Curvarum Linearum Liber Secundus, Amsterdam, 2003 [Tekst, vertaling, inleiding en commentaar op het tweede deel van het werk van De Witt door A.W. Grootendorst]
Jan de Witt, Waardye van lyf-renten naar proportie van los-renten, Den Haag, 1671 [Herdruk in Feest-gave van het Wiskundig Genootschap te Amsterdam, Haarlem, 1879]

Auteur: Teun Koetsier

Laatst gewijzigd: juli 2006