Biografisch Woordenboek van Nederland Wiskundigen


Frans van Schooten Junior was docent en auteur. Hij becommentarieerde het werk van Viète en van Descartes. Zijn bekendste leerling was Christiaan Huygens. Hij volgde zijn vader op als docent aan de Ingenieursschool in Leiden.

SCHOOTEN JUNIOR,Frans van, wiskundige (Leiden, 1615 Leiden, 1660), zoon van Frans van Schooten Senior en Jannetgen Haermansdr. van Hogenvorst, getrouwd in 1652 met Margaritgen Wijnants, Over kinderen is niets bekend. Gestorven op 29 of 30 mei 1660.

Frans van Schooten Junior studeerde vanaf 1631 aan de Leidse universiteit bij Jacob Golius, de arabist, wiskundige en astronoom. Golius bezat unieke Arabische teksten over de kegelsneden van Apollonius en introduceerde Frans bij Descartes die in Leiden werkte aan zijn Discours de la méthode en La Géométrie. Frans heeft de drukproeven gelezen en houtsneden verzorgd voor de illustraties.

Tussen 1641 en 1643 reisde hij door Frankrijk en Engeland. Hij correspondeerde met wiskundigen uit heel Europa. Gesteund door de uitgever Elzevier verzamelde en redigeerde hij het werk van Viète. Het resultaat verscheen in 1646: Viète Opera Mathematica.

Frans van Schooten Junior verving zijn vader bij ziekte en gaf op aanbeveling van Descartes privé les aan Christiaan en Constantijn, de zonen van Constantijn Huygens. Na de dood van zijn vader in 1645, vroeg Frans aan Huygens zich voor hem in te zetten opdat hij zijn vader mag opvolgen. Zijn concurrent was Jan Jansz Stampioen Jr, die enige jaren daarvoor les gegeven heeft aan de zonen van Huygens. Stampioen was daarvoor in polemieken verwikkeld met Descartes. Jacob Golius en Frans van Schooten Senior arbitreerden toen ten nadele van Stampioen. In 1646 kreeg Frans de felbegeerde benoeming aan de Duytsche Mathematique en in 1653 werd hij hoogleraar aan de Leidse universiteit.

In 1646 werd De organica conicarum sectionum in plano descriptione gedrukt. De Nederlandse vertaling daarvan is opgenomen in de Mathematische Oeffeningen als de Tuych-werckelijcke beschrijving der Kegel-sneden op een vlack. Op originele wijze combineerde hij de klassieke Griekse kegelsneden met de algebraïsche aanpak van Descartes en de praktische inslag van de Duytsche Mathematique.

Zijn eerste verdienste is dat hij La Géométrie vertaald heeft naar het Latijn en voorzien heeft van de nodige commentaren. In 1649 verscheen de eerste druk. In 1659 en 1661 verscheen in twee delen een tweede, herziene en uitgebreide druk met bijdragen van De Witt, Hudde en Van Heuraet. Daardoor won het boek aan toegankelijkheid en precisie en bereikte het een groot Europees publiek, waaronder Newton. Zijn tweede verdienste is dat hij oud-leerlingen als De Witt, Hudde, Van Heuraet en Huygens stimuleerde om zich blijvend te verdiepen in wiskundige onderwerpen.

In 1657 verscheen in het Latijn, Exercitationvm Mathematicarum libri quinque, en in 1660 in het Nederlands, Mathematische Oeffeningen. Op voorspraak van Golius volgde zijn halfbroer Pieter hem op aan de Duytsche Mathematique. Pieter maakte in 1661 zijn werk aan de commentaren van Descartes af.

Bronnen
J.E. Hofmann, 1962, Frans van Schooten der Jüngere, Franz Steiner Verlag, Wiesbaden
J.A. van Maanen, 1987, Facets of seventeenth century mathematics in the Netherlands, Elinkwijk, Utrecht.
J.A. Worp, 1915, De Briefwisseling van Constantijn Huygens. Deel 4: 1644-1649
F.J. Dijksterhuis, 2009, Moving around the ellipse. Conic sections in Leiden, 1620-1660,
Silent Messengers, The Circulation of Material Objects of Knowledge in the Early Modern Low Countries, Lit-Verlag, Münster. Mathematische Oeffeningen
Manuscripten en boeken van de familie van Schooten

Publicaties
Francisci à Schooten Leydensis, 1646, De organica conicarum sectionum in plano descriptione, tractatus. Geometris, opticis; praesertim vero gnomonicis & mechanicis utilis, Cui est Appendix, de Cubicarum Æquationum resolutione. Lugd. Batavor. Ex. Officina Elzeviriorum.
Frans van Schooten, 1646, Francisci Viète Opera mathematica, In unum Volumen congesta, ac recognita, Opera atque studio Francisci à Schooten Leydensis, Matheseos Professoris. Lugduni Batavorum, Ex Officina Bonaventuræ & Abrahami Elzeviriorum.
Frans van Schooten, 1649, Geometria, à Renato Des Cartes Anno 1637, Gallicè edita; nunc autem cum Notis Florimondi de Beaune, in Curiâ Blaesensi Consiliarii Regii, in linguam Latinam versa, et commentariis illustrata, operâ atque studio Francisci à Schooten, Leydensis, in Academia Lugduno-Batava, Matheseos Professoris, Belgicè docentis. Lvgdvni Batavorvm, ex officina Joannis Maire. MDCXLIX.
Francisci à Schooten, 1657, Exercitationvm Mathematicarum libri quinque.
Francisci van Schooten, 1660, Mathematische Oeffeningen, begrepen in vijf boeken.
Frans van Schooten, 1659, Geometria, à Renato Des Cartes Anno 1637 Gallicè edita; postea autem Vnà cum Notis Florimondi de Beaune, in Curia Blesensi Consiliarii Regii, Gallicè conscriptis in Latinam linguam versa, & Commentariis illustrata opera aeque studio Francisci à Schooten in Acad. Lugd. Batava Matheseos Professoris. Nunc demum ab eodem diligente, recognita, locupletioribus Commentariis instructa, multisque egregiis accessinibus, tam ad uberiorem explicationem, quàm ad ampliandam hujus Geometriae excellentiam facientibus, exornata, Quorum omnium Catalogum pagina versa exhibet. Amstelædami Apud Ludovicum & Danielem Elzevirios, MDCLIX.

Auteur: Henk Hietbrink

Laatst gewijzigd: november 2009