Biografisch Woordenboek van Nederland Wiskundigen


De arts en regent Bernard Nieuwentijt was een actief amateurgeleerde. In de wiskunde is hij vooral bekend geworden vanwege zijn conflict met Leibniz inzake de infinitesimaalrekening.

NIEUWENTIJT, Bernard, arts en regent (Westgraftdijk, 10 augustus 1654 - Purmerend, 30 mei 1718). Zoon van Emanuel Nieuwentijt, predikant te Westgraftdijk, en Sarah d'Imbleville. In november 1684 trouwde hij met Eva Moens, op 29 maart 1699 in tweede echt met Elisabeth Lams. Beide huwelijken bleven kinderloos.

Nieuwentijt studeerde geneeskunde in Leiden, waar hij van de universiteit werd verwijderd, en Utrecht. In zijn studietijd stond hij sterk onder de invloed van de natuurkundige ideeën van Descartes. Hij zou ook met aanhangers van Spinoza hebben verkeerd. Later nam hij afstand van dit radicalisme. Na zijn studie oefende hij enige tijd de medische praktijk uit in zijn geboortedorp Westgraftdijk. In 1682 werd hij benoemd tot stadsarts van Purmerend en drong daarop snel door tot het regentenpatriciaat van dit stadje.

In 1695 publiceerde Nieuwentijt een werk over infinitesimale methoden, Analysis infinitorum, dat beschouwd kan worden als de eerste elementaire inleiding op dit gebied. Het grootste deel bestaat uit een handzaam en systematisch overzicht van bestaande infinitesimale methoden, zoals die van Barrow, Hudde en Wallis.

Van het werk van Leibniz schijnt hij zich aanvankelijk niet bewust te zijn geweest. De verschillende methoden werden gesystematiseerd met behulp van een axioma, waarmee hij de infinitesimalen dacht te temmen. Zijn axioma luidde dat alles wat, vermenigvuldigd met een oneindig groot getal, geen eindige grootheid oplevert, geen zijnde is maar een louter niets. Dit beginsel viel echter niet te rijmen met het werk van Leibniz, in het bijzonder diens gebruik van hogere-orde differentialen. Toen hij op Leibniz' werk stuitte publiceerde Nieuwentijt daarom, nog voor zijn grotere werk, een bestrijding van diens methode. Daarop ontspon zich een polemiek met Leibniz en diens medestander Johann Bernoulli. Nieuwentijt publiceerde nog een tweede werkje tegen Leibniz' methode, maar hij bleek niet in staat tot vernieuwende resultaten. Hij maakte zich met zijn kritiek uiteindelijk slechts onmogelijk. Na 1696 werd weinig meer vernomen van Nieuwentijt in de internationale republiek der letteren.

Aan het einde van zijn leven schreef hij nog enkele meer populaire werken. Hierin bestreed hij het godsdienstig ongeloof, dat volgens hem een rechtvaardiging zocht in een verkeerde opvatting van wetenschap. In het bijzonder Spinoza's streven om de wiskundige denkwijze over te zetten op wijsgerig terrein, Ethica more geometrico demonstrata, moest het bij hem ontgelden. In de proefondervindelijke wijsbegeerte, zoals die in Engeland ontwikkeld was, zag hij een manier van wetenschapsbeoefening die zowel juist als rechtzinnig was. Dit werk was in de eerste helft van de achttiende eeuw zeer invloedrijk.

Bronnen

  • Dictionary of Scientific Biography, vol. X, pp.
  • Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, dl. VI, pp.
  • Bots, Jan. Tussen Descartes en Darwin. Geloof en natuurwetenschap in de achttiende eeuw in Nederland. Assen: van Gorcum, 1972.
  • Mancosu, Paolo. Philosophy of mathematics and mathematical practice in the seventeenth century. New York : Oxford University Press, 1996.
  • Vermij, Rienk H. Bernard Nieuwentijt, Een zekere, zakelijke wijsbegeerte. Geschiedenis van de wijsbegeerte in Nederland, 12. Baarn: Ambo, 1988. 
  • Vermij, Rienk H. Secularisering en natuurwetenschap in de zeventiende en achttiende eeuw: Bernard Nieuwentijt. Amsterdam: Rodopi, 1991.
  • Vermij, Rienk H. "Bernard Nieuwentijt and the Leibnizian calculus." Studia leibnitiana 21 (1989): 69-86.

Publicaties

  • Considerationes circa analyseos ad quantitates infinite parvae applicatae principiae, et calculi differentialis usum in resolvendis problematibus geometricis. Amsterdam: Joannem Wolters, 1694.
  • Analysis infinitorum seu curvilineorum proprietates ex polygonorum natura deductae. Amsterdam: Joannem Wolters, 1695.
  • Considerationes secundae circa calculi differentialis principia; et responsio ad virum nobilissimum G.G. Leibnitium. Amsterdam: Joannem Wolters, 1696.
  • Het regt gebruik der wereltbeschouwingen, ter overtuiginge van ongodisten en ongelovigen. Amsterdam: Joannes (weduwe) Wolters, Joannes Pauli, 1715.
  • Gronden van zekerheid, of de regte betoogwyse der wiskundigen, so in het denkbeeldige als in het zakelijke. Ter wederlegging van Spinosaas denkbeeldig samenstel en ter aanleiding van een sekere sakelyke wysbegeerte. Amsterdam: Joannes Pauli, 1720.

Auteur: Rienk Vermij

Laatst gewijzigd:JK, januari 2020