Biografisch Woordenboek van Nederland Wiskundigen


In de geschiedenis van de wiskunde is Johannes Hudde vooral bekend door zijn bijdragen tot de theorie van hogere-machtsvergelijkingen en de theorie van maxima en minima.

HUDDE, Johannes, heer Van Waveren en Sloterdijk, wiskundige en burgemeester van Amsterdam (Amsterdam, 23 april 1628 - Amsterdam, 15 april 1704). Zoon van Gerrit Hudde, koopman, en Maria Witsen, patriciër. Gehuwd in 1673 met Debora Blaeuw (1629-1702), weduwe, eerst van Bartholdus Wormskerck, daarna van Johan van Waveren. Uit dit huwelijk werden geen kinderen geboren.

Johannes Hudde studeerde omstreeks 1648 rechten in Leiden, maar door zijn grote mathematische belangstelling en vaardigheid kwam hij in contact met Frans van Schooten Jr. (1615/16-1660), die hem opnam in zijn kring van mathematici. Deze kring omvatte onder andere Johan de Witt, Christiaan Huygens en Hendrik van Heuraet. Van Schooten gaf in 1649 La Géométrie (de appendix van Descartes' Discours de la Méthode, pour bien conduire sa Raison et chercher la Vérité dans les Sciences uit 1637) in het Latijn uit. In een tweede editie (1659/1661, Amsterdam) nam Van Schooten ook werk op van zijn leerlingen, die hem vaak hun resultaten per brief meedeelden. Zo vinden we daarin twee brieven van Hudde, die tot de belangrijkste bijdragen van Hudde gerekend worden: één over het oplossen van algebraïsche vergelijkingen tot en met die van de zesde graad (Epistola Prima de Reductione Aequationum, 15 juli 1657) en één over extreme waarden (Epistola Secunda de Maximis et Minimis, 26 februari 1658).

Zijn methode om maxima en minima te bepalen bij functies met gehele machten van x wordt wel de regel van Hudde genoemd. Hudde maakte bij zijn aanpak gebruik van het verschijnsel dubbel nulpunt: als r een dubbel nulpunt is van het polynoom f(x) = anxn + an-1xn-1 + ... + a1x + a0, en p, p + b, p + 2b, ..., p + nb is een rekenkundige rij, dan heeft het polynoom pa0 + (p + b)a1x + ... + (p + nb)anxn de waarde x0 als nulpunt.

De waardering voor de wiskundige prestaties van Hudde was groot. Naast zijn reeds genoemde bijdragen aan de wiskunde vond hij de machtreeksontwikkeling voor ln(x+1) en gaf hij een volledige oplossing van de kwadratuur van de hyperboolsector.

Na 1663 vond hij echter geen tijd meer zich op de wetenschap toe te leggen. Van 1663 tot zijn dood in 1704 bekleedde Hudde ambtelijke functies in Amsterdam. In de periode 1672-1703 werd hij 21 maal tot burgemeester gekozen. Hij was deskundige op het gebied van waterstaat en ontwikkelde plannen voor zaken als verversing van het stadswater en bescherming van de stad tegen overstromingen.

Bronnen
Dictionary of Scientific Biography, vol. VI, pp. (New York 1970-1990).
Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, dl. I, pp. 1172-1175.
Aa, A.J. van der, Biographisch Woordenboek der Nederlanden (Haarlem 1867), 1395-1397.
Haas, K., 'Die mathematischen Arbeiten von Johann Hudde', Centaurus 4 (1956), 235-284.
MacLean, J., 'De nagelaten papieren van Johannes Hudde', Scientiarum Historia 13 (2-3) (1971), 144-162.
Vermij, R. en Atzema, E., 'Specilla circularia: an unknown work by Johannes Hudde', Studia Leibnitiana 27 (1) (1995), 104-121.
Vermij, R., 'Bijdrage tot de bio-bibliografie van Johannes Hudde', Gewina 18 (1) (1995), 25-35.
Grootendorst, A.W., 'Epistola Secunda de Maximis et Minimis', Nieuw Archief voor Wiskunde, serie 4, deel 5, nummer 4 (november 1987), 303-334. Hudde in St. Andrews
Nationaal Archief
Wiswijzer

Auteur: Alex van den Brandhof

Laatst gewijzigd: december 2009