Biografisch Woordenboek van Nederland Wiskundigen


Marius van Haaften bracht de elementaire verzekeringswiskunde op een niveau dat buiten Nederland nauwelijks werd aangetroffen.

HAAFTEN, Marius van, actuaris (Deventer, 13 juli 1880 –- De Steeg, gemeente Rheden, 24 juni 1957). Oudste zoon van Marinus Wouter van Haaften (arts) en Laura Wilhelmina Olivia Schoon. Op 14 september 1912 gehuwd met Louisa Jacoba Budde. Uit dit huwelijk werden drie zoons en twee dochters geboren.

Marius van Haaften doorliep het gymnasium in Arnhem en studeerde wis- en natuurkunde in Leiden. Tijdens zijn studie werkte hij al als leerling-actuaris. De Leidse hoogleraar Kluyver zag niets in promotie op een onderwerp uit de verzekeringswiskunde en daarom week Van Haaften uit naar Utrecht, waar hij in 1912 promoveerde bij Kapteyn op het proefschrift Beschouwingen over politieke rekenkunde. Intussen was Van Haaften in dienst getreden bij de oudste maatschappij van levensverzekering, de Hollandse Sociëteit van Levensverzekeringen NV, Anno 1807. Hij begon daar in 1908 als assistent bij de wiskundig adviseur A.J. van Pesch en werd zijn opvolger na diens overlijden in 1916. Van 1927 tot 1950 was Van Haaften directeur. Onder zijn bewind beleefde de Hollandse Sociëteit een tijdperk van bloei, ook tijdens de bezettingsjaren.

Van Haaften was bijzonder actief in het Wiskundig Genootschap en schreef, iets te vroeg voor het honderdvijftigjarig bestaan, een geschiedenis van het genootschap met bijzondere aandacht voor de verzekeringswiskunde, in een poging de wiskundigen en de actuarissen dichter bij elkaar te brengen. Dit overtuigde de meeste actuarissen echter niet. Van Haaftens streven om nauw aan te sluiten bij de wiskunde, gaf hem een pleidooi in voor standaardisatie van de actuariële notatie. Dit had een tijdelijk succes in Nederland, maar verkreeg internationaal geen erkenning.

Van Haaften had een enorme werkkracht. Tussen 1920 en 1950 verschenen van zijn hand 286 publicaties, een beperkt aantal is in dit lemma genoemd. Zijn Leerboek der intrestrekening (1929) werd een standaardwerk. De Vrije Universiteit formeerde in 1930 de wis- en natuurkundefaculteit en vond in hem een senior voor de jonge faculteit. Met zijn deeltijdsaanstelling als hoogleraar in de verzekeringswiskunde had hij een unieke positie in Nederland.

Bronnen

  • Gales, Ben P.A. Werken aan zekerheid. Een terugblik over de schouder van Aegon op twee eeuwen verzekeringsgeschiedenis. 's-Gravenhage,:Aegon verzekeringen, 1986.
  • Gales, Ben P. A. en  Gerwen, J.L.J.M. van. Sporen van leven en schade. Een geschiedenis en bronnenoverzicht van het Nederlandse verzekeringswezen. Amsterdam: NEHA, 1988.
  • Blauwendraat, Hendrik. Worsteling naar waarheid, de opkomst van Wiskunde en Informatica aan de VU. Historische reeks 5, Zoetermeer: Meinema, 2004.
  • Rooijen, Josephus Petrus van. "‘Marius van Haaften’." In Het Verzekerings-archief, deel XLVIII, 95-106.  ’s Gravenhage: Martinus Nijhoff, 1971.
  • Rooijen, Josephus Petrus van. "M. van Haaften." Economisch-historisch jaarboek 27 (1955-1957): 180-183.

Publicaties

  • Het Wiskundig Genootschap; zijn oudste geschiedens, zijn werkzaamheden en zijn beteekenis voor het verzekeringswezen. Groningen: P. Noordhoff, 1923.
  • Leerboek der intrestrekening. Groningen: Noordhoff, 1929.
  • "De Thiende van Stevin." De Verzekeringsbode 40 (1921): 73 e.v
  • "Gegevens voor de geschiedenis der intrestrekening in Nederland." De Verzekeringsbode 40 (1921): 165 e.v.
  • "Nicolaas Struyck en zijn sterftetafels I." Verzekerings-Archief V (1924): 203-233.
  • "Nicolaas Struyck en zijn sterftetafels II." Verzekerings-Archief VI (1924): 49-64. 
  • "De zestiende-eeuwsche intresttafels van Stevin, Wentsel en Trenchant." Verzekerings-Archief 10 (1929): 99.
  •  "Notatie en methode in de elementaire verzekeringswiskunde." De  levensverzekering 7 (1930):161-181.
  • ."De oudste geschiedenis der tafels voor samengestelden intrest in termijnen." De Verzekeringsbode 55-5 (1936): 25 e.v.
  • Diverse artikelen  over Ludolph van Ceulen. De Verzekeringsbode 39, no 18,19, 21 (1920): 138, 148, 165. De Verzekeringsbode 55, no. 16,18,22 (1936): 85, 97, 121.
  • "De Decker's logarithmentafel, "Tweede deel van de nieuwe telkonst" gevonden." De Verzekeringsbode 39-49 (1920): 383 e.v.
  • "De Decker's Eerste Deel van de Nieuwe Telkonst." De Verzekeringsbode 39-52 (1920): 406 e.v.
  • "De Decker als schrijver over Intrestrekening." De Verzekeringsbode 40-4,5 (1921): 25 e.v., 37 e.v.
  •   "De kleine logarithmentafel van De Decker." De Verzekeringsbode 40-19 (1921): 146 e.v.
  • "Johan de Witt en de Levensverzekering." De Levensverzekering 2 (1925): 171-185.
  •  "De eerste volledige grote logarithmentafel van Ezechiël de Decker uit 1627." Nieuw Tijdschrift voor Wiskunde 31 (1943-44): 137-144.

Auteur: Alex van den Brandhof

Laatst gewijzigd: JK 4-1-2020