Biografisch Woordenboek van Nederland Wiskundigen


Tatiana Ehrenfest-Afanassjewa publiceerde over natuurkunde en over wiskundeonserwijs. In Nederland heeft zij belangrijke bijdragen geleverd aan de ontwikkeling van de wiskundedidactiek van het voortgezet onderwijs.

EHRENFEST-AFANASSJEWA, Tatiana Alekseevna. Wis- en natuurkundige, wiskundedidacticus (Kiev, 19 november 1876 – - Leiden, 14 april 1964). Dochter van Aleksandr Afanassjew, ingenieur en Jekatarina Ivanova, vroedvrouw en directrice van een weeshuis. Gehuwd in 1904 met Paul Ehrenfest (1880-1933). Uit dit huwelijk werden twee dochters en 2 zonen geboren.

Tatiana Afanassjewa groeide op in St. Petersburg bij haar oom Peter Afanassjev, ingenieur en hoogleraar aan het Polytechnisch Instituut en haar tante Sonya. Ze voltooide een pedagogische opleiding en studeerde vervolgens wis- en natuurkunde in Petersburg. In 1902  ging ze met haar tante naar Göttingen waar ze haar studie vervolgde bij Felix Klein en David Hilbert. Tijdens haar vervolgstudie in Göttingen leerde zij Paul Ehrenfest kennen. Van 1907 tot 1912 woonde en werkte het echtpaar Ehrenfest in Petersburg, waar Tatjana als docente aan een meisjesgymnasium en aan de vrouwenuniversiteit werkte. Ze raakte tevens betrokken bij de inrichting van het Russische wiskundeonderwijs. In 1912 kreeg Paul Ehrenfest de uitnodiging de Nobelprijswinnaar H.A. Lorentz op te volgen als hoogleraar theoretische fysica in Leiden. Het echtpaar verhuisde met beide dochters naar Leiden. Daar ging het echtpaar door met het organiseren van discussieavonden voor vrienden en collega’s, onder wie Albert Einstein. Tatjana gaf zelf hun vier kinderen les, het onderwijs op de Nederlandse scholen vond het echtpaar niet goed.

Tatiana Ehrenfest publiceerde, samen met haar echtgenoot en later als enige auteur, over natuurkundige onderwerpen, maar ze trok vooral de aandacht met haar ideeën over het meetkundeonderwijs. Dat diende zich volgens haar in drie onderwijsleerfasen te voltrekken: intuïtief (10-12 jarigen), systematisch (12-16 jarigen) en axiomatisch (16-18 jarigen). De intuïtieve fase werd gekenmerkt door aanschouwelijkheid, gebruikmaking van evidente begrippen en ruimtelijke verschijnselen. Een zelfzoekende houding van de leerling was daarbij essentieel. Voor zo’n propedeutische cursus stelde zij de Übungensammlung, een bundel van 200 meetkundige opgaven en activiteiten, samen. Een discussie met E.J. Dijksterhuis over de intuïtieve aanpak had in 1924 al geleid tot de verschijning van een tijdschrift voor de didactiek van de wiskunde, al spoedig onder de naam Euclides.

Vanaf 1936 werd Tatiana Ehrenfest de drijvende kracht van de Wiskundewerkgroep van de Werkgemeenschap voor Vernieuwing van Opvoeding en Onderwijs. Hieraan namen leraren, maar ook wetenschappers als Evert Beth, Marcel Minnaert en Philip Kohnstamm deel. De werkgroep leverde, vooral na 1945, belangrijke en soms beslissende bijdragen aan de ontwikkeling van het wiskundeonderwijs in Nederland.

Als belangrijkste doel van het wiskundeonderwijs zag Tatiana Ehrenfest het leren denken’. Hierover raakte zij in 1951 in een discussie met Hans Freudenthal, die toen wars was van het geloof in de vormende waarde van de wiskunde.

Manifest effect van de ideeën van Tatiana Ehrenfest op leerplannen zijn moeilijk expliciet te maken. Wel zijn invloeden zichtbaar in het nooit uitgegeven werk van Piet van Albada en in de schoolboeken van W. Reindersma en de Van Hieles. In de kijkmeetkunde zoals die zich sinds 1975 heeft ontwikkeld, zijn letterlijk opgaven uit de Übungensammlung aan te wijzen.

Bronnen

  • Hiele, Pierre M. van en Gerrit Krooshof , "Tatiana Ehrenfest Afanassjewa." Euclides 39-6 (1964): 257-259.
  • Heijden, Margriet van der, "Afanassjewa en Einstein - wederzijdse waardering." Studium 9 (2016): 63-76.
  • Moor, Ed de (1993), "Het 'gelijk' van Tatiana Ehrenfest Afanassjewa." Nieuwe Wiskrant 1-4 (1994): 15-24.
  • Moor, Ed de (2000), "Wat wilde Tatiana Ehrenfest-Afanassjewa?" Euclides 75-4 (2000): 117-123.

Publicaties

  • Ehrenfest, Paul und --- , “Begriffliche Grundlagen der statistischen Auffassung in der Mechanik,“  Encyklopädie der mathematischen Wissenschaften, vol IV-2, Article IV 32. Leipzig: Teubner,1911.
  • Wat kan en moet het meetkundeonderwijs aan een niet-wiskundige geven? Groningen: J.B. Wolters, 1924.
  • Übungensammlung zu einer geometrischen Propädeuse. Den Haag: Martinus Nijhoff, 1931.
  • Relevia, een nieuw economisch systeem, een orde, waarin ik zelf ook graag zou willen leven. L.J.C. Boucher, Den Haag, 1946.
  • --- en Hans Freudenthal , Kan het wiskundeonderwijs tot de opvoeding van het denkvermogen bijdragen? Purmerend: J. Muusses, 1951.
  • Die Grundlagen der Thermodynamik. Leiden: Brill, 1956.
  • “On the Use of the Notion ‘Probability’ in Physics.”  Am. J. Phys, 26 (1958): 388.
  • Didactische opstellen. Zutphen: W.J Thieme & Cie, 1960.

    Auteur: Ed de Moor

    Laatst gewijzigd: JK,  augustus 2019