Aal de Dragonder (?-voor 1710)

 
English | Nederlands

AAL de Dragonder (gest. Rotterdam vóór 1710), vrouw in manskleren, soldaat, na haar dood een bezienswaardigheid.

Ergens vóór 1710 vond er, waarschijnlijk in Rotterdam, een vechtpartij tussen soldaten plaats waarbij één van hen het leven liet. Bij nader onderzoek bleek dat het slachtoffer geen man maar een vrouw was. Kennelijk was zij nooit als zodanig herkend, zodat men haar tot de succesvolle ‘vrouwen in mannenkleren’ kan rekenen.

De onbekende vrouw kreeg geen begrafenis; haar lichaam werd overgedragen aan de in 1642 opgerichte geneeskundige school in de Rotterdamse Boterhal. Daar zal het gebruikt zijn in een anatomische les. Maar ook daarna volgde geen begrafenis. De school bewaarde haar skelet en haar huid en voegden die toe aan de collectie preparaten, botten en schedels die dienden als lesmateriaal. Misschien bewaarde men ook organen van haar op sterk water. De catalogus van de verzameling vermeldt allerlei magen, harten, levers en dergelijke. In ieder geval werd haar huid opgezet en van haar skelet iets bijzonders gemaakt: men zette het op het geraamte van een paard.

Als skelet heeft de onbekende vrouw ruim een eeuw in het Rotterdamse theatrum anatomicum (snijkamer) gestaan. De Duitse boeken- en kunstverzamelaar Zacharias Conrad von Uffenbach zag haar daar tijdens een rondleiding in de middag van 26 november 1710. Als een van de belangrijkste voorwerpen werd hem getoond ‘een opgezette en geprepareerde huid van een vrouwspersoon dat lange tijd als dragonder gediend had en door haar kameraden was doodgestoken’. Ze was getooid met een muts waarop in gele letters haar ‘naam’ geborduurd stond: Aal de dragonder (‘alle Dragoner’, schrijft Uffenbach). In een andere kamer zag hij verscheidene skeletten, waaronder dat van Aal, dat ‘op een paardenskelet zat’.

Dertig jaar later staan Aals opgezette huid en skelet vermeld in een catalogus van de bezienswaardigheden in de Rotterdamse anatomiekamer. Nummer 22 in ‘de eerste kamer’ staat daar te boek als ‘Aal de Dragonder, staande in ’t vel’, in het gezelschap van onder meer ‘een Italiaan’, wie hetzelfde lot was beschoren, en een ‘opgehangen manspersoon, in de spieren’. In ‘de tweede kamer’ stonden een paard ‘in ’t geraamte’ (nr. 33) en ‘het geraamte van Aal de Dragonder, zittende op voornoemd paard, met een mes in de hand’ (nr. 34), te midden van de skeletten van een ‘doodgeschoten  tuindief’, een bedelaar, een gehangene en allerlei dieren (een krokodil, een haaivis, een bok enz.). Nog in 1817 – de school was inmiddels verhuisd naar het Zakkendragershuis aan de Nieuwe Markt – maakte de Duitse arts Eduard Meissner melding van het geraamte van Aal de dragonder, dat toen, in harnas, nog altijd te paard zat. Wanneer zij dat harnas aangemeten kreeg, is onbekend.

Nadat de snijkamer vanaf 1720 in kermistijd was opengesteld voor het publiek, werd Aal de dragonder een bekende bezienswaardigheid. In 1853 vertelde de arts G.Ph.F. Groshans dat hij als kind tijdens de kermis de snijkamer bezocht had en Aals skelet daar had gezien (van de opgezette huid maakte hij geen melding). De al in Meissners tijd langzamerhand verstofte collectie van de geneeskundige school werd waarschijnlijk in 1828 opgedoekt en gedeeltelijk verkocht, weggegeven of weggegooid. Waar Aal toen gebleven is, laat zich niet meer achterhalen.

Literatuur

  • Catalogus ofte naamlyst der voornaamste zaken dewelke op de anatomiekamer der stadt Rotterdam te zien zyn (Rotterdam 1740) 5, 17.
  • Zacharias Conrad von Uffenbach, Merkwürdige Reisen durch Niedersachsen, Holland und Engelland, deel 3 (Ulm 1754) 309, 312.
  • Eduard Meissner, Bemerkungen aus dem Taschenbuch eines Arztes während einer Reise [...] (Halle 1819) 83-94 [verwijzing bij Groshans; het boek is in Nederlandse bibliotheken vooralsnog onvindbaar].
  • G.Ph.F. Groshans, Historisch verslag over de Geneeskundige School te Rotterdam (Rotterdam 1853) 23, 86 n. 82.
  • P. Haverkorn van Rijsewijk, ‘Een kijkje op Rotterdam in het begin der achttiende eeuw’, Rotterdams Jaarboekje (1890) 120.
  • D. de Moulin, ‘De natuurhistorische verzameling in het voormalige Theatrum Anatomicum te Rotterdam’, Rotterdams Jaarboekje (1972) 132.
  • M.J. van Lieburg, ‘Het eerste theatrum anatomicum van Rotterdam (1642-1759)’, Rotterdams Jaarboekje (1976) 210-227, aldaar 226 n. 77.
  • Rudolf Dekker en Lotte van de Pol, Vrouwen in mannenkleren. De geschiedenis van een tegendraadse traditie. Europa 1500-1800 (Amsterdam 1989) 97, 159 [met incorrecte beschrijving en datering].
Illustratie

Van Aal de dragonder zijn geen afbeeldingen bekend. Het hier afgebeelde geraamte op paard stond al sinds begin zeventiende eeuw in het Leidse theatrum anatomicum en is waarschijnlijk het voorbeeld geweest voor de opstelling van Aals geraamte in Rotterdam (Van Lieburg) (Coll. Museum Boerhaave, Leiden).

Auteur: Anna de Haas

 

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 350

laatst gewijzigd: 13/01/2014