Beliën, Geertruida Catharina Theresia Maria (1902-1966)

 
English | Nederlands

BELIËN, Geertruida Catharina Theresia Maria (geb. Oirschot 20-11-1902 – gest. Den Bosch 11-6-1966), onderwijzeres, eerste vrouwelijke burgemeester van Nederland. Dochter van Johannes Josephus Beliën (1871-1961), onderwijzer en schoolhoofd, en Geertruida Willemina van Rijn (1878-1933). Geertruida Beliën trouwde op 28-8-1932 in Middelbeers met Johannes Wilhelmus Antonius Smulders (1898-1945), burgemeester van Oost-, West- en Middelbeers. Uit dit huwelijk werden 2 zoons en 2 dochters geboren.

Geertruida (Truus) Beliën werd geboren als tweede in een gezin met negen kinderen. Haar vader was onderwijzer. Later werd hij hoofd van de openbare school te Oirschot en lid van de Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant (1939-1944). Truus ging naar de Mulo en daarna naar de RK kweekschool van de zusters Franciscanessen te Oirschot. Tot aan haar huwelijk in 1932 werkte zij als onderwijzeres in Oirschot en Eindhoven.

Huwelijk

Op 28 augustus 1932 trouwde Truus Beliën met Jan Smulders, burgemeester van Oost-, West- en Middelbeers. Ze had hem leren kennen in 1926, op een wandeling door de Beerzen. De jaren daarop deed hij haar diverse huwelijksaanzoeken die ze allemaal afwees omdat Jan volgens haar ‘nog wat teveel gesteld is op honden en jagen’ (gecit. Kamp e.a.,132). Jans familie bekleedde het burgemeestersambt van de Beerzen onafgebroken sinds 1831. In 1927 was de toen 29-jarige Jan zijn vader Antonius als burgemeester opgevolgd. Bij zijn installatie sprak de pastoor van Westelbeers de wens uit dat de nieuwe burgemeester ‘een sijsje op den kop zou weten te tikken opdat uw geluk volkomen zou zijn’ (Idem, 132). Na zes jaar accepteerde Truus alsnog zijn huwelijksaanzoek. Het ‘werk’ van een burgemeestersvrouw bevatte representatieve taken en het voorzitterschap van het Beerse damescomité. Bemoeienis met bestuurlijke zaken werd door Jan niet aangemoedigd: ‘Och vrouw, daar heb jij toch geen verstand van’ (Idem,136). Het echtpaar kreeg vier kinderen: Geertruida Maria Catharina Wilhelmina (1933), Antonius Josephus Maria Petrus (1934), Joanna Maria Louise (1937) en Johannes Josephus Wilhelmus (1940).

Op 6 juli 1944 werd Jan Smulders gearresteerd omdat hij weigerde inwoners van de gemeente Vessem (waarvan hij sinds 1942 waarnemend burgemeester was) aan te wijzen voor de ‘Wehrmachtswerken’ in Zeeland. Samen met zijn collega-burgemeesters, om dezelfde reden gearresteerd, werd hij overgebracht naar concentratiekamp Vught. Truus Smulders bleef in Middelbeers achter met vier jonge kinderen. Jans jongere broer Antonius Josephus Maria (Sjef) Smulders werd aangesteld als waarnemend burgemeester van de Beerzen. Jan zelf kwam via Amersfoort, Sachsenhausen-Oranienburg, Buchenwald, Weimar en Tachau terecht in concentratiekamp Flossenbürg. Op 20 april 1945 werd hij op transport gesteld naar Dachau en even buiten Flossenbürg geëxecuteerd nadat hij van uitputting was neergevallen. Het thuisfront leefde nog lange tijd in onzekerheid over zijn lot: pas in oktober 1945 kreeg Truus Smulders de officiële bevestiging van zijn dood.

De eerste vrouwelijke burgemeester van Nederland

Truus Smulders-Beliën werd op 16 april 1946 benoemd tot burgemeester van Oost-, West- en Middelbeers. Zij was daarmee de eerste vrouwelijke burgemeester van Nederland. Drie herbenoemingen volgden: in 1952, 1958 en 1964. In eerste instantie solliciteerde zij naar de post van burgemeester omdat ze het ambt voor haar zoon Sjef (toen twaalf jaar oud) wilde openhouden. Haar benoeming was zeker niet vanzelfsprekend. In kleine gemeenten was het de gewoonte dat de burgemeester ook gemeentesecretaris was, maar Truus had geen ervaring met de gemeenteadministratie. Pleidooi van de inwoners van de gemeente Oost-, West- en Middelbeers én persoonlijk ingrijpen van minister Beel zorgden ervoor dat de functies van burgemeester en gemeentesecretaris werden losgekoppeld.

Twintig jaar lang vervulde Truus Smulders-Beliën het burgemeestersambt. ‘Ons mevrouw’ werd zij door de inwoners van de Beerzen genoemd. Niet alleen was zij buitengewoon populair bij de bewoners van haar eigen gemeente, maar ook kreeg zij landelijk bekendheid door haar ongedwongen en kordate wijze van besturen. Toen koningin Juliana in 1949 een bezoek aan alle provincies bracht, gebruikte ze in Middelbeers de koffietafel. In 1958 kreeg Smulders-Beliën ter ere van haar twaalf-en-half-jarige jubileum door de gemeente een van de eerste Daf-personenauto’s aangeboden. Haar reactie: ‘Mensen, da’s te erg, ik had gevraagd om een nieuwe fiets! Zo’n pastoorsfiets met een wijd stuur, waar ik goed tussen pas’. Die dag werd zij ook benoemd tot Ridder in de orde van Oranje Nassau.

Wat Smulders-Beliën zelf vond van ‘een vrouw als burgemeester’ is te lezen in een door haar geschreven stuk voor het juninummer van de Mededelingen van de Nederlanse Vereniging van Vrouwen met Academische Opleiding (1949): ‘Het gaat goed, in een kleine, goede gemeenschap, waar je iedereen kent, waar je ieders noden en behoeften kent, waar je het vertrouwen hebt en je dus – naast moeder van je eigen kleine gezinnetje – moeder van het grote huishouden wezen kunt. […] Ik kan op waardige wijze en in een werk, waarin ik persoonlijk veel voldoening vind, ’t levensonderhoud voor mijn gezin verdienen, maar idealer vind ik ’t, als een getrouwde vrouw en vooral moeder zich alleen aan de zorg voor haar gezin kan geven, maar… dan moet er ook een vader zijn’.

Truus Smulders-Beliën had soms een eigen stijl van besturen. Toen zij bijvoorbeeld in 1958 hoorde dat  een naturistenvereniging een stuk grond had aangekocht in de Beerzen, zou zij een journalist van Het Parool voorspeld hebben dat dat in brand gestoken zou worden: ‘Ik kan het zelf niet doen natuurlijk. Ik heb er wel een keer ingebroken, om eens te kijken’ (gecit. Kempenland Info, 1991). In de loop der jaren kreeg ze psychische klachten en moest ze enige tijd vrijaf nemen. In een brief aan een collega van 18 januari 1964 schrijft ze dat ze op last van haar arts zes weken rust moet nemen: ‘En dat terwijl ik lichamelijk een kei van gezondheid ben. […] Ik ben nu bijna 19 jaar burgemeester en ik ben nog steeds elke dag dankbaar, dat ik het mag doen, ook al gaat alles niet altijd over ‘rozen’ (brief in RHC Eindhoven).

Op 11 juni 1966 overleed Truus Smulders- Beliën in het Groot Ziekengasthuis in Den Bosch na een operatie. Zij stierf in het harnas. Onder grote belangstelling en in bijzijn van de hele gemeente werd zij op 15 juni begraven. Ze was de laatste van de familie Smulders die het burgemeestersambt in de Beerzen bekleedde. Haar belangrijkste wapenfeiten gedurende haar burgemeesterschap waren de aanleg van de Westelbeerse dijk en de bouw van een nieuw gemeentehuis. Vanaf 1950 was zij ook namens de KVP lid van de Provinciale Staten. Tot 1964 was zij de enige vrouwelijke burgemeester van Nederland.

Naslagwerken

Brabantse Biografieën.

Archivalia

Regionaal Historisch Centrum Eindhoven: toegang A-0971 (Gemeentebestuur Oost-, West- en Middelbeers 1842-1980). Toegang 0591 (Smulders-Beliën, G.C.Th.M., burgemeester 1946-1966), map 1. Toegang 0936 (Smulders-Beliën, G.C.Th.M., burgemeester 1946-1966), map 2. Toegang 0592 (Smulders, J.W.A., burgemeester 1927-1944). Toegang 0293 (Smulders, A.J.M., waarnemend burgemeester 1944-1946). Toegang A-0971, inv. nr. 0591 [brief van Smulders-Beliën d.d. 18-1-1964].

Publicatie

‘Een vrouw als burgemeester’, Mededelingen van de Nederlandse Vereniging van Vrouwen met Academische Opleiding 15 (1949) nr. 3, 7-9.

Literatuur

  • A. Kamp, F. Stalpers en T. Deenen, De Beerzen in oorlogstijd 1940-1945 (Eersel 1994).
  • Artikelen in Eindhovens Dagblad, Brabants Dagblad, Nieuwe Tilburgsche Courant, Kempenland Info.

Illustratie

Portretfoto, door Frits Lemaire, 1948 (Atria kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis, Amsterdam).

Auteur: Astrid de Beer

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 901

laatst gewijzigd: 19/10/2017