Trompetter, Betsij Henriëtte (1917-2003)

 
English | Nederlands

TROMPETTER, Betsij Henriëtte (geb. Hoogeveen 27-2-1917 – gest. Voorburg 23-4-2003), actief in het verzet. Dochter van David Joël Trompetter (1874-1942), zakenman, en Roselina van Wijnbergen (1887-1942). Betty Trompetter trouwde op 12-10-1945 in Rijswijk met Albert Henry van der Harst (1916-2014), boekhouder. Uit dit huwelijk werd 1 dochter geboren.

De vader van Betty Trompetter dreef met haar oom Herman een bloeiende kleermakerij, een winkel in heren-, dames- en kinderkleding en een naaimachinegroothandel in Hoogeveen. Hij was penningmeester van de Israëlitische Gemeente en bestuurslid van de Middenstandsbank. Betty had een jonger zusje, Henny (geb. 1919) en twee broertjes: Joël (1922-1944) en Bram (1927-1945). Van het gezin overleefden alleen Betty en Henny de oorlog. Hun ouders en broers zijn in oktober 1942 afgevoerd naar het doorgangskamp Westerbork en uiteindelijk alle vier vermoord in Auschwitz.

Koerierswerk

Betty Trompetter ging naar de hbs en werd kinderverzorgster, eerst in een vakantiekolonie te Hilversum en later in een ‘kinderbewaarplaats’ (crèche) aan de Wingerdweg in Amsterdam-Noord. Ze woonde op kamers in de Van Baerlestraat en later in de J.J. Viottastraat. Zodra ze hoorde dat haar ouders en broers waren opgepakt, zocht ze contact met het ondergrondse verzet. Ze kreeg een vervalst persoonsbewijs op naam van Christina Cornelia (Tineke) de Hoog, ‘hulp in de huishouding’ uit Hoogeveen, en onderdak in Eljo-Zamy, een voormalig kinderpension in Ugchelen op de Veluwe. Een van haar medebewoners was Albert van der Harst uit Rijswijk, die voor de Duitse Arbeitseinsatz was ondergedoken. Na de oorlog zou ze met hem trouwen.

Omdat Betty Trompetter zich in het pension niet veilig voelde, vroeg ze via de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (LO) overplaatsing aan. Ze kwam in contact met Johannes (Jans) Post uit Nieuwlande bij Hoogeveen, die bekend was met haar familieachtergrond en een nieuw onderduikadres in Rijnsburg regelde. Daar kreeg ze een nieuw persoonsbewijs op naam van Hillegonda Annetta Alida van der Laan uit Oud-Beijerland.

In Rijnsburg vroeg Betty Trompetter aan Jans Post, die in dezelfde plaats was ondergedoken, of ze voor hem koerierswerk kon gaan doen. Daarmee verving ze Lien Kuijper, die in juli was opgepakt en in augustus 1943 werd vermoord in Auschwitz. Trompetter werkte aanvankelijk vooral in Noord-Nederland, maar nadat ze in de trein van Hoogeveen naar Groningen een oud-klasgenoot van de hbs in SS-uniform had gezien, vroeg ze overplaatsing naar het westen aan. Als extra voorzorg reisde ze voortaan eerste klas.

Betty Trompetter, volgens haar persoonsbewijs Hillegonda van der Laak maar Tineke voor de mensen van het verzet, fungeerde na haar overplaatsing min of meer als de persoonlijke koerierster en assistente van Post. Hun vaste logeeradres was de dienstwoning van waterstaatsambtenaar W.E. Coumou, het ‘Waterstaatshuis’ in Amsterdam-Noord. Post en Trompetter waren betrokken bij de LO en het christelijke verzetsblad Trouw en tevens actief in het inmiddels landelijk georganiseerde gewapende verzet, de Landelijke Knokploegen (LKP). Ze hielden ‘kantoor’ op een zolder aan de Amsterdamse Witte de Withstraat. Na de mislukte overval op het Amsterdamse Huis van Bewaring aan de Weteringschans werd de knokploeg van Post opgerold. In de nacht van 15 op 16 juli 1944 werd Trompetter door vier Duitse politiemensen in een huis aan de Kinkerstraat van haar bed gelicht. De zakboekjes van Post, een blanco persoonsbewijs en andere bewijsstukken die ze in haar korset verborgen hield, wist ze in haar cel kwijt te raken. Post werd iets later op straat voor hetzelfde huis aangehouden en de volgende dag standrechtelijk gefusilleerd.

Gon van der Laan werd als politiek gevangene (haar Joodse identiteit is nooit ontdekt) via kamp Vught overgebracht naar vrouwenkamp Ravensbrück. In september werkte ze er ongeveer een maand als stratenmaker. In oktober werd ze met vijfhonderd andere dwangarbeidsters vanuit het overbevolkte Ravensbrück overgeplaatst naar een dependance van het concentratiekamp Dachau bij München. Ze moest werken in de nabije Agfa-fabriek, waar toen ontstekingen voor granaten en raketten werden gemaakt. Amerikaanse troepen hebben het kamp op 30 april 1945 bevrijd. Met haar voormalige medegevangenen werd Betty Trompetter een week lang opgevangen op een grote boerderij. Daarna keerde ze via Parijs per trein terug naar Nederland. Daar was geen enkele opvang. Vanuit het station in Den Haag liep ze naar het ouderlijk huis van Albert van der Harst in Rijswijk. Op 12 oktober trouwde ze met hem. Hun dochter Henny is geboren in Den Haag, waar ze woonden aan de Ieplaan.

Na de oorlog

Betty van der Harst-Trompetter trad in 1950 toe tot het Haagse districtsbestuur van de Stichting 1940-1945 en in 1977 tot het hoofdbestuur voor Zuid-Holland. Zelf is ze onderscheiden met de erepenning van deze herdenkingsstichting. Van 1991 tot 2000 was ze bestuurslid van de Stichting Vrouwen Comité Dachau. Op 16 juli 1992, precies 48 jaar nadat Jans Post was gefusilleerd, onthulde ze bij de Johannes Post-kazerne in Havelte een borstbeeld van hem. Tussen 1993 en 1995 heeft ze met zijn biograaf Geert Hovingh haar herinneringen aan Post gedeeld. Ze vertelde Hovingh ook dat ze na de oorlog haar (niet met name genoemde) oud-klasgenoot uit de trein nog had ontmoet. Die had haar naar eigen zeggen toen wel herkend, maar niet willen verraden.

Enkele jaren na de pensionering van haar man verhuisde Van der Harst-Trompetter met hem naar een serviceflat in Rijswijk. Toen ze een spierziekte kreeg, heeft haar man haar daar zo lang mogelijk verzorgd. Betty van der Harst-Trompetter overleed op 23 maart 2003, 86 jaar oud, in een ziekenhuis in Voorburg. In Coevorden leeft haar naam voort in de Betsy Trompetterstraat. In de sterk geromantiseerde biografie van Jans Post die Anne de Vries in 1948 schreef, heet ze ‘Tineke van der Laan’.

Literatuur

  • Anne de Vries, De levensroman van Johannes Post (Kampen 1948).
  • Geert C. Hovingh, Johannes Post, exponent van het verzet, een biografie (Kampen 1995).
  • Lammert Huizing en Jan Brake, red., Gedenkboek Hoogeveen 1940-1945 (Hoogeveen 1999).

Illustratie

Betty Trompetter in 1938 als kinderverzorgster (privé-collectie familie Vanden Bos-van der Harst).

Auteur: Kees Kuiken

laatst gewijzigd: 13/07/2016