Reidinga, Trijntje Johannes (1799-1869)

 
English | Nederlands

REIDINGA, Trijntje Johannes (geb. Goengahuizen, Friesland 7-4-1799 – gest. Idaarderadeel, Friesland 18-12-1869), hardrijdster op de schaats. Dochter van Johannes Wigles Reidinga (ca. 1750-1822), boer, en Aukje Aukes de Graaf (ca. 1750-1829), boerin. Trijntje Reidinga trouwde op 26-9-1825 in Grouw met Piebe Pieters de Jong (1797-1876), boerenknecht. Uit dit huwelijk werden 5 zoons en 3 dochters geboren, van wie 1 zoon en 1 dochter jong overleden.

Trijntje Johannes Reidenga werd geboren in Goengahuizen (Smallingerland), een dorp bij Grouw, in een boerderij aan de Sitebuurster Ee die De Roeken werd genoemd. Ze was de derde dochter en het jongste kind in een doopsgezind gezin van vijf kinderen. Na de dood van haar vader in 1822 bleef Trijntje bij haar moeder op de boerderij wonen. Waarschijnlijk ging ze nooit naar school, want bij haar huwelijk in 1825 bleek zij niet te kunnen schrijven.

Hardrijdster

Trijntje Reidinga was een van de bekendste hardrijdsters van haar tijd. Op 2 januari 1823 won zij met de beroemde ‘ijsreus’ Atse Geerts Atsma van Terzool (geb. 1785) de eerste prijs in een wedstrijd voor paren in Leeuwarden. Na dit succes werden er weddenschappen op haar prestaties afgesloten. In zijn Vrouwen in de Hardrijdersbaan vertelt M.D. van der Woude – pseudoniem van de journalist Douwe D. Miedema (1900-1978) – hoe Feddrik Tjesses Sterringa, een schilder uit Gorredijk, ‘de faem [: jonge vrouw] van Goaijingahuzen’ uitdaagde. Trijntje Reidinga accepteerde, op voorwaarde dat ze met een slede zou worden gehaald. Aldus geschiedde. Per ‘hynsteslide’ (arreslee) kwam ze naar Gorredijk en trad tegen Feddrik Sterringa in de baan. Zij won, en ontving de 25 gulden die op haar was ingezet en een – onbekend – cadeau.

Na deze overwinning vertoonde Trijntje Reidinga zich onverwacht op de Leeuwarder baan. Het krantenverslag van een kortebaanwedstrijd voor mannen, op 18 januari gehouden in aanwezigheid van de gouverneur van de provincie, meldt: ‘Aangenaam werden de toeschouwers verrast door de tegenwoordigheid van Trijntje Johannes Reidinga, die zich eensklaps met een fikse snelheid op de baan vertoonde; zij verlevendigde daardoor de herinnering aan die genoegens, welk zij, korte dagen te voren, aan het Leeuwarder publiek, bij het behalen van de prijs, in zulk een ruime mate had verschaft. De snelheid harer vlucht, de zwier en bevalligheid harer wendingen, gaven aan het feest van de dag een waarlijk vervrolijkende afwisseling’ (Leeuwarder Courant 21-1-1823).

In 1825 trouwde de inmiddels 25-jarige Trijntje Reidinga in Grouw met Piebe Pieters de Jong, net als zij doopsgezind. Het paar was niet draagkrachtig, want er werd een certificaat van onvermogen opgemaakt. Zij vestigden zich in Grouw, waar Piebe als boerenknecht en landarbeider werkte, en kregen acht kinderen: vijf zoons en drie dochters. Trijntje bleef na haar huwelijk nog aan wedstrijden deelnemen. Op 1 februari 1829, toen ze al moeder was van twee kinderen, wordt voor het laatst een sportprestatie van haar vermeld. Zij reed toen in Harlingen in een paren-rijderij met haar oudere broer Auke (geb. ca. 1788).

Over het verdere leven van Trijntje Reidinga is weinig bekend. Ze verloor in 1836 haar zoon Pieter (geb. 1830) en in 1843 haar dochter Reino (geb. 1841). Haar oudste dochter Sjoukje Piebes de Jong (1826-1912) maakte ook furore bij het schaatsen: zij won op 15 januari 1848 in Harlingen, in de hardrijderij voor mannen en vrouwen (met Evert Schaap). Trijntje Johannes Reidinga overleed op 18 december 1869, op zeventigjarige leeftijd, in Grouw.

Reputatie

Trijntje Reidinga moet veel indruk hebben gemaakt op haar tijdgenoten. Zo maakte de Gorredijkse dichter Kees Harkes Landmeter een lang gedicht op Reidinga’s krachtmeting met Sterringa in 1823. En ruim twintig jaar later werd nog aan Reidinga gerefereerd. Op een hardrijderslijst voor paren van 22 februari 1855 in Leeuwarden stond een rijmpje met de strofe: ‘Herinnering doet de naam herleven/ Van Atse en Trijntje Reidinga,/ om weer als zij langs het ijs te zweven,/ snel hem en haar in vlugheid na!’ (geciteerd bij Van der Woude, 19).

Archivalia

Tresoar, Leeuwarden: Burgerlijke Stand, Geboorte- en Huwelijken Idaarderadeel, huwelijken 1825, akte nr. 18; akte van bekendheid van de geboorte van Trijntje Johannes Reidinga; geboorten kinderen.

Literatuur

  • Leeuwarder Courant 7-1-1823 en 21-1-1823.
  • D.M. van der Woude, Vrouwen in de Hardrijdersbaan (Assen z.j. [1944]) 16-19 [zijn citaten zijn zonder bronvermelding].
  • Hylke Speerstra, De koude erfenis. Verhalen van het ijs (Amsterdam 1998).

Redactie (met dank aan Martha Kist).

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 661

laatst gewijzigd: 13/01/2014