Oversteegen, Truus (1923-2016)

 
English | Nederlands

OVERSTEEGEN, Truus (geb. Schoten 29-10-1923 – gest. Grootebroek 18-6-2016), schilderes en beeldhouwster, actief in het verzet. Dochter van Jacob Wilhelm Oversteegen (1898-1986), koopman, en Trijntje van der Molen (1900-1974?). Truus Oversteegen trouwde op 1-11-1945 in Velsen met Pieter Menger (1919-1993). Uit dit huwelijk werden 2 dochters en 2 zoons geboren.

Truus Oversteegen groeide op als oudste dochter in een communistisch gezin, dat woonde op een tjalk in Schoten (na 1927 gemeente Haarlem). Haar vaders handel in lompen en metalen bracht weinig op. In 1933 scheidden haar ouders en verhuisde de tienjarige Truus met haar moeder en twee jaar jongere zusje Freddie naar de Brouwersstraat (nr. 126) – later kreeg ze nog een halfbroertje, Robbie. Tijdens de crisisjaren leefde de familie in armoede, met steun van Maatschappelijk Hulpbetoon. Aangemoedigd door een prijs bij een tekenwedstrijd vroeg de veertienjarige Truus een studiebeurs aan voor de Tekenschool, maar de aanvraag werd afgewezen. In deze tijd verdiende ze wat geld als hulp in de huishouding.

Gewapend verzet

In de jaren dertig werden bij Truus Oversteegen thuis Duitse vluchtelingen opgevangen, en vergaderden er antifascistische commissies. Truus en Freddie waren ook actief in de communistische Nederlandse Jeugd Federatie (NJF). Na de Duitse inval in 1940 was het voor de zusjes Oversteegen bijna vanzelfsprekend om tegen de nazi-bezetters in verzet te komen. Ze begonnen met het kalken van antifascistische leuzen op muren en het verspreiden van illegale blaadjes (De Koevoet en De Vonk) maar met de toenemende Jodenvervolging gingen ze over tot actievere vormen van verzet. In 1941 vroeg de Haarlemse Raad van Verzet (RVV) Truus en Freddie om gewapend verzetswerk te verrichten, zoals het uitvoeren van sabotageacties en het liquideren van verraders en nazi’s – naast koeriersdiensten en hulp aan onderduikers. Zo staken de zussen een Duitse loods in brand en lokten zij een SS’er het bos in, waar verzetsmannen hem liquideerden. De bezetter wist dat er jonge vrouwen bij de aanslagen betrokken waren, en daarom moesten de zusjes hierna voortdurend van onderduikadres veranderen (Truus telde achteraf 51 locaties).

In 1943 vertrok Truus Oversteegen met haar zus tijdelijk naar Enschede, waar ze in een ziekenhuis werkte. Hier volgde haar eerste ontmoeting met Hannie Schaft, die zich had aangesloten bij dezelfde RVV-groep in Haarlem. De drie onschuldig ogende vrouwen van 18, 20 (Truus) en 23 jaar voerden verschillende liquidaties uit. Met ‘het meisje met het rode haar’ deed Truus in de winter van 1944-1945 een poging de spoorbrug over het Spaarne op te blazen. Toen ze midden op de brug bezig waren met het aanbrengen van kneedbommen, hoorden ze Duitse laarzen op het grind. Hangend aan de stalen buitenkant van de brug wisten ze te ontsnappen. Oversteegen noemde het achteraf het griezeligste dat ze ooit had meegemaakt: ’We hebben zitten huilen, de heldinnen…We waren helemaal kapot’ (Bleich/Van Weezel, 2013). Andere acties met Schaft hadden meer succes, zoals het opblazen van een Duitse trein bij Santpoort en de liquidatie van NSB-politieman Willem Zirkzee op 1 maart 1945. Nadat Schaft was opgepakt, deed Oversteegen – vermomd als Duitse verpleegster – nog een reddingspoging, maar ze kreeg te horen dat Schaft al was geëxecuteerd.

Na de Bevrijding werkte Truus Oversteegen bij de Politieke Opsporingsdienst (POD), maar ze stopte daarmee toen ze in november 1945 trouwde met Piet Menger, die ze uit het verzet kende. Ze kregen vier kinderen en vernoemden hun oudste dochter naar Hannie Schaft. Truus Menger-Oversteegen kampte met haar oorlogsherinneringen – met name enkele mislukte reddingspogingen van groepen Joodse kinderen waren traumatisch. Op aanraden van haar man ging ze tekenen en nam ze schilderlessen ‘om die oorlog een beetje kwijt te raken’ (NRC, 18-2-1993). In 1963 begon ze met een opleiding aan de Haarlemse Akademie/Ateliers ’63, waar ze les kreeg van beeldhouwer Mari Andriessen, ook een bekende uit het verzet. Vanuit Haarlem en via IJmuiden verhuisde het gezin Menger-Oversteegen in de jaren zestig naar een boerderij met atelier in Venhuizen.

Toen niet, nu niet, nooit

In het werk van kunstenares Truus Menger bleef de oorlog beeldbepalend. Ze maakte beelden en monumenten ter nagedachtenis aan de oorlog, het bombardement op Rotterdam, de verzetsvrouwen in Leiden en voor de omgekomen Joodse kinderen die ze niet had kunnen redden. Een kroon op haar werk was het monument voor Hannie Schaft (Vrouw in het verzet), dat koningin Juliana in 1982 onthulde in het Haarlemse Kenaupark. Het was een eerbetoon aan alle vrouwen in het verzet, maar ook voor communistische strijders zoals zijzelf, voor wie onder invloed van de Koude Oorlog erkenning was uitgebleven. In hetzelfde jaar schreef Truus Menger haar memoires over de oorlogsjaren onder de titel Toen niet, nu niet, nooit, tevens haar levensmotto tegenover onrecht en ongelijkheid. Met haar kunst, memoires en lezingen over de gevaren van fascisme en discriminatie zocht ze de openbaarheid. Na de Yad Vashem-onderscheiding in 1967, en de benoeming tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau (1998), kwam pas in 2014 de langverwachte erkenning voor het verzetswerk, toen ze samen met haar zus het Mobilisatie-Oorlogskruis ontving uit handen van premier Rutte. Kort daarna kregen de gezusters Oversteegen ieder een eigen straatnaam in Haarlem. Ook in Montfoort kwam er een Truus Oversteegenstraat.

Haar leven lang bleef Truus Menger pal bleef staan achter haar niet onomstreden verzetsmethoden. ’De mensen die geliquideerd werden, waren actief bezig met het opsporen en verraden van Joden en andere onderduikers. Ze moesten gestopt worden, om erger te voorkomen’ (NRC, 4-5-2009). Ze heeft zich nooit uitgesproken over het aantal uitgevoerde liquidaties. Truus Menger-Oversteegen overleed op 18 juni 2016 op 92-jarige leeftijd in haar woonplaats Grootebroek.

Archivalia

Noord-Hollands Archief, Haarlem: Collectie van Truus Menger-Oversteegen, 3631.

Publicatie

Toen niet, nu niet, nooit (Den Haag 1982).

Literatuur

Illustratie

Truus Menger-Oversteegen, door Eddy de Jongh, 1977 (Hollandse Hoogte / Collectie Nederlands Fotomuseum).

Auteur: Norbert-Jan Nuij

laatst gewijzigd: 01/07/2017