Bouwman, Maria Antoinette (1929-2018)

 
English | Nederlands

BOUWMAN, Maria Antoinette (geb. Amsterdam, 31-12-1929 – gest. Elst, Utrecht 26-2-2018), tv-presentatrice en programmamaakster. Dochter van Leonardus Jacobus Petrus Nicolaas Adriaan Bouwman (1889-1957), werkzaam in het bedrijfsleven, bestuurder en lid van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland (KVP), en Marie Adriana Josephina Witlox (1896-1988). Mies Bouwman trouwde op 22-9-1955 in Londen met Leen Ferdinand Timp (1921-2013), tv-regisseur. Uit dit huwelijk werden 3 dochters en 1 zoon geboren.

Mies Bouwman groeide op als derde van vijf kinderen in een katholiek gezin. Haar vader, ooit begonnen als beroepsmilitair, was in Miesjes kinderjaren chef de passage bij de Stoomvaart Maatschappij Nederland. Haar moeder was afkomstig uit een gegoede Brabantse familie – ze had een ‘prachtig “flux de bouche”’, vertelde Mies later (Camps 163). Vanwege het werk van vader Bouwman verhuisde het gezin regelmatig: van Amsterdam naar Bloemendaal en later naar Overveen. Van 1941 tot 1943 woonde de familie in Best, waar de vader directeur was geworden van de Bata-fabrieken – Mies ging in die tijd naar de Franstalige (nonnen-) kostschool Regina Coeli in Vught. Erna vestigde het gezin zich in Heemstede, waar ze een tijdlang inwoonden bij de familie van Godfried Bomans. Mies had naar eigen zeggen een ‘meisjesboekenjeugd’ (Van Bueren). Ze bezocht in Haarlem achtereenvolgens het meisjeslyceum Sancta Maria, de mulo aan de Kleine Houtweg en de middelbare meisjesschool Het Kopje in Bloemendaal. Op haar achttiende haalde ze haar mms-diploma. Na haar eindexamen werkte ze korte tijd als au pair in Londen en Parijs. Ook volgde ze een cursus voor stenotypiste – zonder te weten wat ze eigenlijk wilde worden. Ze wist hooguit dat ze iets avontuurlijks zocht en vond rond 1950 een baan bij het toeristenbusbedrijf Europabus. Als stewardess werkte ze een jaar op busreizen naar Duitsland, België en Luxemburg.

Beschaafd en onopgesmukt

Intussen was de vader van Mies als secretaris van het KRO-bestuur nauw betrokken geraakt bij het nieuwe medium televisie. Toen hij hoorde dat de omroep een jongedame zocht om de programma’s aan te kondigen leek hem dat wel iets voor zijn dochter. Mies werd aangenomen en voorlopig geëngageerd om één keer per veertien dagen – op de uitzenddag van de KRO – als omroepster op te treden, voor 34 gulden per avond. Haar tv-debuut maakte de 21-jarige Mies Bouwman op 16 oktober 1951 – ze begroette de kijkers, kondigde aan wat er die avond te zien was en sloot de avond af. Al na enkele weken begon ze haar aankondigingen op te vrolijken met eigen toevoegingen. Zo introduceerde ze een programmaonderdeel over treinen met een filmpje waarin ze zelf uit een trein stapte. En al snel kwam ze met het idee elke uitzendavond een kort studiogesprekje te voeren met iemand die in het nieuws was. Daaruit groeide haar vaste rubriek Gastenboek, waarvoor ze de meeste gasten zelf uitzocht. De Telegraaf prees ‘haar beschaafde, onopgesmukte manier van doen’ (7-2-1953).

Achter de schermen bloeide in die dagen een relatie op tussen Bouwman en cameraman Leen Timp, die niet alleen uit een anarchistisch-atheïstisch nest kwam, maar bovendien al getrouwd was – hun verhouding was voor de katholieke omroepleiding volstrekt onacceptabel. Toen ze weigerde de contacten met Timp te verbreken, volgde in maart 1954 het ontslag voor Bouwman. Aan de pers werd meegedeeld dat ze zelf haar ontslag had ingediend wegens ‘buitenlandse plannen’. In werkelijkheid ging ze – anoniem – stukjes schrijven voor de tv-rubriek van het katholieke dagblad de Volkskrant. Maar ook daar werd ze ontslagen nadat de hoofdredactie ontdekte dat ze nu – ongehuwd – in Amsterdam samenwoonde met de intussen gescheiden Timp. Hun relatie leidde eveneens tot een jarenlange breuk met de familie. Haar ouders, broers en zussen waren er ook niet bij toen het paar in september 1955 in het huwelijk trad – in Londen, zodat de familie een excuus had om weg te blijven. 

‘Een ster ging te ver’

Kort na haar huwelijk werd Mies Bouwman door de AVRO als omroepster geëngageerd, maar haar takenpakket groeide snel. Zo presenteerde ze een van de eerste quizzen (Van je familie moet je ’t hebben, 1957-1959) en talkshows (Rendez-vous, 1959-1960; In de hoofdrol, 1960-1962) op de Nederlandse televisie. Af en toe vertoonde haar cv een hiaat van enkele maanden vanwege de komst van vier kinderen, geboren tussen 1956 en 1964. In 1956, tijdens haar eerste ‘zwangerschapsverlof’, schreef Bouwman Goeden avond, dames en heren!, een boekje over de Nederlandse televisiewereld. Het jaar daarop verhuisde ze met man en kind naar een flat in Hilversum. Later woonde het gezin in Laren en Blaricum – om hun eerste echte huis te kunnen bekostigen begaf Bouwman zich in het schnabbelcircuit.

De populariteit van Mies Bouwman steeg tot ongekende hoogte toen ze op 26 en 27 november 1962 op tv de inzamelingsactie Open het dorp presenteerde, die 22 miljoen gulden opleverde voor de bouw van een aan invaliden aangepast dorp nabij Arnhem. De uitzending duurde maar liefst 23 uur, ononderbroken – de duur van de uitzending bezorgde haar een plaats in het Guinness Book of Records. En ze ontving een Ere Zilveren Nipkowschijf van de gezamenlijke tv-recensenten – de eerste keer dat deze jury een oeuvreprijs uitreikte.

Sinds Open het dorp stond Bouwman op een voetstuk, en dat had ook negatieve kanten. Toen ze korte tijd later bij de AVRO een plan indiende voor een satirisch programma, zei de omroepleiding dat dit voor de Nederlandse televisie nieuwe genre niet paste bij haar reputatie. Samen met Timp meldde ze zich vervolgens bij de VARA, die graag op hun programmavoorstel inging. Samen stelden ze ook de redactie samen, die voornamelijk bestond uit jonge journalisten en schrijvers als Dimitri Frenkel Frank, Jan Blokker en Rinus Ferdinandusse. Het maandelijkse programma Zo is het toevallig ook nog eens een keer begon op 9 november 1963. Dat de als tv-heldin aanbeden Mies Bouwman als panellid optrad in zo’n maatschappijkritisch programma, leidde al meteen tot felle kritiek van kijkers en kranten van behoudende signatuur. Maar de verontwaardiging werd nog vele malen feller, toen Zo is het in de derde aflevering, op 4 januari 1964, als parodie op de tv-verslaving een variatie op het Onze Vader uitzond: ‘Geef ons heden ons dagelijks Beeld’. Hoewel Mies Bouwman in die scène geen rol speelde, kwam alle toorn op haar neer. De op haar en haar gezin gerichte – zelfs antisemitische – bedreigingen werden dermate serieus genomen dat ze enige tijd politiebescherming kregen. Ze besloot daarop niet meer aan Zo is het mee te werken. ‘Een ster ging te ver’, zong cabaretier Wim Kan eind 1964 in zijn oudejaarsconference. Timp bleef het programma wel regisseren.

Praatprogramma’s

Na een korte pauze keerde Mies Bouwman bij de VARA terug met het praatprogramma Mies en scène (1965-1969), dat achteraf gezien kan worden als een mooie weerspiegeling van de vrolijk-rebelse jaren zestig. Daarna volgde, eveneens voor de VARA, het uiterst succesvolle Een van de acht (1969-1973), een spelshow die uitmondde in een geheugentest van de winnaar: op een lopende band kwamen in korte tijd allerlei spullen voorbij; de artikelen die de winnaar direct daarna wist te benoemen kreeg hij/zij als prijzen mee naar huis. Eens per maand ging Mies Bouwman op maandag naar De Bijenkorf (op maandagen gesloten voor publiek) om zelf de prijzen in te kopen. Omdat ze de formule zelf had uitgewerkt, ontving zij ook royalty’s voor de Duitse (ARD) en de Engelse (BBC) versies van het programma. Na beëindiging van Een van de acht keerde Bouwman terug naar de AVRO, waar ze na enkele minder geslaagde shows in 1978 begon met een praatprogramma over de media: Netwerk. Na zes uitzendingen stopte de AVRO ermee omdat de toon te kritisch werd geacht. In een Belgisch tv-programma vergeleek Mies Bouwman de Nederlandse televisie met een kruidenier die op den duur ‘alleen nog maar Mona-toetjes’ verkoopt. Korte tijd presenteerde ze daarna voor de Belgische televisie de talkshow Noord-Zuid met de Vlaamse journalist Johan Anthierens. Intussen publiceerde Bouwman nog een aantal boeken, vaak over haar tv-werk. Ook schreef zij jarenlang columns voor weekblad Margriet, waaruit in de jaren tachtig enkele bundeltjes werden samengesteld.

In 1979 kwam Mies Bouwman terug bij de AVRO met de loterijshow Telebingo, twee jaar later gevolgd door de talkshow Mies. Haar laatste grote succes was, vanaf 1985, In de hoofdrol waarin een bekende Nederlander werd verrast door de aanwezigheid van familie, vrienden en collega’s. De programmareeks werd na drie seizoenen afgebroken omdat Bouwman wegens de gevolgen van een aderontsteking buiten beeld wilde blijven. In 1992-1993 sloot ze haar carrière af met nog één serie van In de hoofdrol. Nadien verscheen ze nog regelmatig als gast in tv-uitzendingen van anderen, maar zelf maakte ze geen programma’s meer. Met haar man verhuisde ze naar het Utrechtse Elst. In 2002 en 2007 verschenen twee kinderboeken van haar hand.

Na de dood van Leen Timp, in 2013, was Mies Bouwman de laatste overlevende van het kleine pioniersgroepje dat in 1951 met de eerste televisie-uitzendingen was begonnen. Zelf stierf ze in 2018 na een korte ziekte, 88 jaar oud, thuis in Elst.

‘Mies’

Bouwman werd in 1972 en 1987 onderscheiden met de Gouden Televizier Ring en ontving in 2009 een Oeuvre Ring. In 1977 werd ze benoemd tot Ridder en in 1993 tot Officier in de Orde van Oranje Nassau. Alles bij elkaar omspande haar tv-carrière circa 42 jaar – langer dan die van ieder ander bij de Nederlandse televisie. In vrijwel al zijn geledingen wist ze het publiek aan te spreken zonder haar eigen smaak en intelligentie geweld aan te doen. Ze was zo bekend dat haar voornaam volstond: ‘Mies’ was een nationaal begrip. Bij haar dood werd zij alom geroemd als de koningin van de Nederlandse tv.

 

Naslagwerken

Beeld en Geluid.

Publicaties (selectie)

  • Goeden avond, dames en heren! Close-ups en long-shots uit de televisiewereld (Amsterdam 1956).
  • Mies en scène. Gesprekken in de stoel. Met kanttekeningen van Mies Bouwman (Amsterdam 1966).
  • [met Cherry Duyns], Mies Bouwman presenteert. Een van de acht. Impressies van een zeer vermakelijk televisieprogramma (z.p. [Hilversum] z.j. [1972]).
  • [met J. van den Berg], Mies, 251/2 jaar TV. Omzien in verbazing (Wageningen 1977).
  • Stukjes van Mies (Haarlem 1980).
  • Mies, cursiefjes (Haarlem 1984).
  • Mies (Haarlem 1987).
  • Rambamboelie (Amsterdam 2002).
  • Jammerdejammer (Amsterdam 2007).

Literatuur

  • Peter van Bueren, ‘“Het houdt niet op, die populariteit”’, De Tijd. Dagblad voor Nederland, 15-6-1968.
  • Coen Verbraak en Bianca Pilet, ‘“80 jaar! Dat klinkt stokoud, meer iets voor bejaarden”’, de Volkskrant, 5-12-2009.
  • Jan Juffermans, Mies - 60 jaar televisie. Omzien in verbijstering (Utrecht 2011).
  • Hugo Camps, ‘Mies Bouwman: “Het komt en gaat maar, in Hilversum” (juni 2007)’, in: idem, Grote vrouwen. Interviews (Amsterdam 2012) 160-168.
  • ‘Mies Bouwman’, Librariana [URL: https://ilibrariana.wordpress.com/tag/mies-bouwman/; geraadpleegd 11-4-2018].

Illustratie

Mies Bouwman tijdens de televisie-actie Open het dorp, door onbekende fotograaf, 1962 (ANP).

Auteur: Henk van Gelder

 

laatst gewijzigd: 26/04/2018