Langeveld, Hendrika Marie (1926-2004)

 
English | Nederlands

LANGEVELD, Hendrika Marie, vooral bekend als H.M. in ’t Veld-Langeveld (geb. Hilversum 21-6-1926 – gest. Leiden 23-2-2004), sociologe en hoogleraar emancipatievraagstukken. Dochter van Willem Langeveld (1889-1949), chef-kok ter koopvaardij, en Maria Hendrika van Beijnen (1893-1964), onderwijzeres. Henny Langeveld trouwde op 9-8-1950 in Amsterdam met Jan in ’t Veld (1925-2005), vliegtuigbouwkundig ingenieur. Uit dit huwelijk, op 27-7-1983 ontbonden, werden 1 dochter en 1 zoon geboren.

Henny Langeveld groeide met twee broertjes op in Haarlem. In haar jeugd was de vader veel weg, want hij werkte als chef-kok op de grote vaart. Dit veranderde in 1940, toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. De oorlogsjaren bracht de vader thuis door, en zo bouwde Henny pas vanaf haar veertiende een zekere band met hem op. Ze noemde hem later in een radio-interview een ‘calvinistische pestkop’. In 1943 deed ze eindexamen hbs-b en in 1945 staatsexamen gymnasium-alpha. Hierna ging ze aan de Gemeentelijke Universiteit in Amsterdam sociologie studeren. Ze verloofde zich in haar studententijd met de Delftse student Jan in ’t Veld. In 1950, een jaar na de dood van haar vader, trouwden ze. Datzelfde jaar studeerde ze af. 

‘Vertraagde emancipatie’

Henny in ’t Veld-Langeveld werd in 1950 onderzoekster bij het Instituut voor Sociaal Onderzoek van het Nederlandse Volk (ISONEVO) in Amsterdam, dat al het sociaalwetenschappelijke onderzoek in Nederland moest coördineren. Na de watersnood in 1953 deed ze veldonderzoek in Zeeland. In 1954 werd dochter Marylse geboren. Op het ISONEVO schreef ze ook haar proefschrift Migratiemotieven, migratiebeheersing en hun selectieve betekenis: een onderzoek in Oost-Groningen, één van een reeks breed opgezette studies in Nederlandse ‘ontwikkelingsgebieden’ in opdracht van de ministeries van Maatschappelijk Werk en Sociale Zaken. In ’t Veld-Langeveld onderzocht de migratie vanuit Oost-Groningen naar de Randstad en verder. In 1957 promoveerde ze in Utrecht bij ISONEVO-bestuurder Jakob Kruijt op dit onderzoek. Het proefschrift kreeg een handelseditie onder de programmatische titel De weg naar het westen. Een jaar na haar promotie werd zoon Bart geboren.

Nog voordat het ISONEVO in 1961 werd opgeheven, stapte In ’t Veld-Langeveld als wetenschappelijk medewerker over naar de Rijksuniversiteit Leiden en een jaar later naar de Nederlandse Economische Hogeschool in Rotterdam. Daar schreef ze in 1967 het boek Vrouw-Beroep-Maatschappij, analyse van een vertraagde emancipatie, over de institutionele ‘subsystemen’ die de achterstelling van vrouwen in het Nederlandse bestel in stand hielden: arbeidsorganisaties, vakbeweging, overheid, arbeidsbemiddeling, gezin, beroepenvoorlichting en het onderwijs (Van Doorne-Huiskes, 17). In 1970 werd ze bevorderd tot lector en in 1972 tot hoogleraar empirische sociologie.

In ’t Veld-Langeveld werd in 1972 als enige vrouw lid – en van 1973 tot 1982 kaderlid – van de nieuwe Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), die de regering informeerde over ontwikkelingen die op langere termijn de samenleving konden beïnvloeden. Zo schreef ze voor de WRR de voorstudie De emancipatie van de vrouw (1976, met Jan Schoonenboom). In de naoorlogse periode, aldus de auteurs, heeft een ingrijpende ‘waardenverandering’ ertoe geleid dat ‘man en vrouw op elkaars arbeidsdeelmarkt gaan optreden’. Voor een gelijke concurrentiepositie tussen man en vrouw op de arbeidsmarkt is anti-discriminatiewetgeving nodig, zo luidt hun conclusie, en de overheid zal beleid moeten ontwikkelen om tot een eerlijke verdeling van werkgelegenheid te komen (‘Samenvatting’, XV). In 1982 schreef ze voor de WRR ook het rapport Herwaardering van welzijnsbeleid (1982).

Hoogleraar emancipatievraagstukken

In 1982 kondigde het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen de instelling aan van drie buitengewone leerstoelen Emancipatievraagstukken: in Amsterdam, Groningen en Rotterdam. Henny Langeveld – zoals ze zich na haar echtscheiding in 1983 noemde – werd in 1986 benoemd in Rotterdam. Daar leidde ze tot haar emeritaat in 1991 de sectie Emancipatievraagstukken en Vrouwenstudies van de faculteit Wijsbegeerte. In haar oratie (1987) pleitte ze voor vrouwenquota en voor betere integratie van werk en privéleven. In het jaar van haar emeritaat werd ze benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, maar deze benoeming heeft ze geweigerd.

Voor en na haar emeritaat bekleedde Langeveld nog bestuursfuncties, onder meer bij de abortuskliniek in haar woonplaats Leiden (vanaf 1976), de Leidse Volksuniversiteit en de Nederlandse Vereniging voor Maatschappij- en Cultuurwetenschappen (tot 1994). Van 1986 tot 1998 was ze lid van het begeleidingscollege van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Voor het SCP en de Amsterdamse Boekmanstichting, waarvan ze in 1963 medeoprichtster was, schreef ze in 2000 Kunst op termijn: een schets van scenario’s voor cultuurbeleid in een – neoliberale – ‘ondernemende samenleving’ en een – op educatie gerichte – ‘ingetogen samenleving’. In de slotbeschouwing vroeg ze zich af of kunst als publieke voorziening nog levensvatbaar was.

In 1989 had Langeveld zich met haar broer Willem door radiomaker Joop van Tijn laten verleiden tot een emotioneel dubbelinterview over een beladen kant van hun privéleven: hun jeugd in een half-gebroken zeemansgezin. In haar in 2004 uitgegeven memoires – onder de auteursnaam H.M. Langeveld – nuanceerde ze een en ander. Henny Langeveld stierf op 23 februari 2004 in haar woonplaats Leiden, in de ouderdom van 77 jaar.

Reputatie

Bij haar dood werd Henny Langeveld door haar oud-collega Anneke van Doorne-Huiskes herdacht als een ‘onconventioneel denker’ met ‘gevoel voor relevante problemen, betrokkenheid bij wat er in de samenleving omgaat, heldere, op empirische gegevens berustende analyses’ en ‘een sterk gevoel voor toekomstige ontwikkelingen’. Haar lemma in de Nederlandse Wikipedia brengt haar systeemtheoretische aanpak in verband met het werk van haar echtgenoot Jan in ’t Veld, die zich vanaf 1969 als hoogleraar industriële organisatie in Delft ontwikkelde tot een pionier van de toegepaste systeemtheorie. Zelf trad ze op de voorgrond als beleidsdeskundige. Dat haar onderzoek en beleidsadviezen achteraf gezien weinig concreet maatschappelijk effect sorteerden, weet ze aan het kortetermijndenken van opeenvolgende kabinetten (Langeveld, 83).

Publicaties

Lijst in: Henny Langeveld, Tussen kennis en toepassing. Herinneringen (Amsterdam 2004) 89-101.

Literatuur

  • ‘Door wet meer banen voor vrouwen regelen’, NRC Handelsblad 22-5-1987.
  • Jeroen Winkels, ‘Het Instituut voor Sociaal Onderzoek van het Nederlandse Volk, een bijdrage aan de geschiedschrijving van het sociaal-wetenschappelijk onderzoek in Nederland’, Sociologische Gids 29 (1982) 98-128.
  • Joop van Tijn, ‘Broers en zussen: Henny en Willem Langeveld’ (radio-interview, 3-9-1989).
  • Anneke van Doorne-Huiskes, ‘In Memoriam Henny Langeveld 1926-2004’, Facta 12-4 (2004) 16-17.

Illustratie

Henny Langeveld, door Jan in 't Veld, 1991 (particuliere collectie).

Auteur: Kees Kuiken

laatst gewijzigd: 20/03/2019