Fargue, Maria la (1743-1813)

 
English | Nederlands

FARGUE, Maria Margaretha la (ged. Den Haag 29-12-1743 – gest. Den Haag 21-4-1813), tekenares en schilderes. Dochter van Jean Thomas la Fargue (ca. 1700-1774), notaris en pamflettist, en Charlotte Constantia van Nieuwland (1703-1785). Maria la Fargue bleef ongehuwd.

Maria Margaretha was de jongste van vijf kinderen en het enige meisje. Haar vader kwam uit een hugenotenfamilie, de herkomst van haar moeder is in nevelen gehuld. Ondanks een forse bruidsschat van de moeder – een kapitaal van 25.000 gulden – schijnt het gezin steeds min of meer op de rand van het bankroet geleefd te hebben.

Maria leerde tekenen en schilderen van haar broers Paulus Constantijn (1729-1782) en Jacob Elias (1735-1776?), die op hun beurt vermoedelijk autodidact waren. Zij maakte vooral genretaferelen, soms ook straatscènes en een enkele keer portretten en stadsgezichten. Haar werk is dan ook minder nadrukkelijk topografisch dan dat van haar broers, van wie vele, vooral Haagse stadsgezichten bekend zijn. Dat Maria net als de rest van de familie orangist was blijkt onder meer uit het feit dat zij haar laatste werk, een ets, aan prinses Wilhelmina van Pruisen opdroeg. Een exemplaar bevindt zich in het Haags Gemeentearchief.

Jarenlang vormden Maria en haar broers Paulus, Jacob en Karel (1738-1793) een soort familieatelier, met Paulus als drijvende kracht. Zij maakten onder meer prenten voor de verkoop en illustraties voor boeken en almanakken. Zo maakte Maria vier prenten voor de Haagsche princelyke en koninglyke almanach van 1788. In de jaren tachtig, kort na Paulus’ dood, raakte de familie financieel echt in de problemen. Maria, haar moeder en haar broer Karel konden in 1782 niet langer de huur van hun woning in de Haagse Boekhorststraat opbrengen en ze moesten uitstel van betaling aanvragen. In 1785 volgde het faillissement. In de jaren negentig voorzag Maria in haar onderhoud door het geven van tekenlessen tegen zeven stuivers per les. Wellicht verdiende zij daar niet genoeg mee, wellicht liep haar leerlingenbestand terug. In ieder geval kwam zij in 1808, toen zij al jaren geheel alleen stond omdat al haar familieleden inmiddels overleden waren, in de bedeling van de hervormde diaconie. In de laatste jaren van haar leven verhuisde zij verschillende malen, tot ze terecht kwam in het zieken- en bestedelingenhuis aan de Lange Beestenmarkt, waar zij in armoede overleed.

Naslagwerken

Van der Aa; DWA; Elck zijn waerom; Van Eijnden en Van der Willigen; Immerzeel; Kramm; Lexicon Noord-Nederlandse kunstenaressen; Regt; Wurzbach.

Werken

  • Etsen, door Mattheus de Sallieth gemaakt naar tekeningen van Maria, in: Haagsche princelyke en koninglyke almanach, J.F. Jacobs d’Agé ed. (1788-1795).
  • Werk van Maria bevindt zich onder meer in Museum Boymans-van Beuningen (Rotterdam), het Haags Gemeentemuseum en het Haags Gemeentearchief (vele tekeningen en aquarellen).

Literatuur

  • J.W.M. Klomp, ‘Overzicht van het gezin van J.Th. la Fargue’, Jaarboek Die Haghe (1958) 73-75.
  • ‘Een Haagse familie in de achttiende eeuw’, Maandblad ’s-Gravenhage 14 (1959)  december, 1-10.
  • J.W.M. Klomp, ‘De kunstenaarsfamilie La Fargue’, Jaarboek Die Haghe (1960) 43-66.
  • L.J. van der Haer, ‘Levensbeschrijving van Maria Margaretha la Fargue’, Jaarboek Die Haghe (1965) 56-61.
  • J. Sillevis, Door Holland met de trekschuit. Een tocht langs Hollandse steden en dorpen met de 18de eeuwse kunstenaarsfamilie La Fargue (Utrecht/Alphen a/d Rijn 1976).
  • Charles Dumas, Het verheerlijkt Den Haag. Achttiende-eeuwse aquarellen en tekeningen door de familie La Fargue en haar tijdgenoten (Den Haag 1984).

Illustratie

Zelfportret, ongedateerd (Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam / foto Studio Tromp).

Auteur: Anna de Haas

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 539

laatst gewijzigd: 13/01/2014