Kromme, Naatje (1868-1942)

 
English | Nederlands

KROMME, Naatje, vooral bekend als C. Akkeringa-Kromme en als E.A. Akkeringa-Kromme (geb. Gouda 2-10-1868 – gest. Den Haag 22-3-1942), spiritistisch medium. Dochter van Johan Gerhardus Kromme (1839-1910), scheepsjager, en Cornelia Hendrika Liewes (1842-?). Naatje Kromme trouwde op 1-3-1905 in Den Haag met Everd Adam Akkeringa (1838-1912), arts en verloskundige. Dit huwelijk bleef kinderloos.

Naatje Kromme, genoemd naar haar grootmoeder Naatje Liewes, werd voor zover bekend geboren als oudste van zes kinderen in een eenvoudig gezin in Gouda. Haar vader verhuurde paarden aan trekschuitschippers. Al op jonge leeftijd was zij lid van Harmonia, de landelijke vereniging van spiritisten of ‘spiritualisten’. Op haar 36ste trouwde ze met de 67-jarige arts en weduwnaar Everd Akkeringa; geen van beiden waren verbonden aan een kerkgenootschap. Het huwelijk bleef kinderloos en duurde slechts zeven jaar: in 1912 overleed haar man.

Psychometrisch medium

In de winter van 1918-1919 trad Naatje Akkeringa-Kromme in Haarlem voor het eerst op als medium (Van Veen, 5). Hoe zij te werk ging, is in 1922 uitvoerig beschreven door de Wageningse hoogleraar dendrologie Jan Valckenier Suringar. Hij was lid van de Studievereniging voor Psychical Research, een natuurwetenschappelijk gerichte tegenhanger van Harmonia. Akkeringa-Kromme was volgens hem een ‘psychometrisch medium’. Kreeg ze een voorwerp in handen, dan gaf ze spontaan een beschrijving of levensbeschrijving van de eigenaar of voormalige eigenaar. Suringar merkte op dat Akkeringa-Kromme in alle gevallen kon vaststellen of deze persoon nog leefde en waar het voorwerp vandaan kwam. Of het een man of vrouw betrof, zag ze niet altijd helder, behalve in voor de hand liggende gevallen zoals de bruidssluier van de overleden moeder van Suringar zelf. Suringar meende te kunnen uitsluiten dat Akkeringa-Kromme haar gegevens via telepathie doorkreeg.

De publicatie van Suringars waarnemingen, eerst in het tijdschrift Het Toekomstig Leven en daarna in boekvorm, maakte van Akkeringa-Kromme die intussen de voornaam Coba was gaan voeren een coryfee en een ambassadrice van het spiritisme. Op kosten van Harmonia ging ze op tournee in Duitsland en Nederlands-Indië. Ze werd afwisselend aangekondigd als ‘mevrouw Akkeringa’, ‘mevrouw C. Akkeringa-Kromme’ en ‘mevrouw de weduwe dr. E.A. Akkeringa’.  Tijdens haar openbare optredens, die ze zelf uitvoerig inleidde, liet Akkeringa-Kromme door een medewerkster voorwerpen van toeschouwers inzamelen. Van de voorwerpen die ze daaruit koos, riep ze de eigenaar naar voren. Vervolgens deed ze uitspraken over deze man of vrouw, achter of naast wie ze soms een geest (‘intelligentie’) zag staan. Ze ging dan niet in trance, maar gaf weer wat deze geest te zeggen had (Mulder-Schalekamp, 37-38).

Akkeringa-Kromme raakte in 1924 betrokken bij een oude rechtszaak die rond de eeuwwisseling veel beroering had gewekt. In 1896 waren drie werklieden, de broers Hogerhuis, veroordeeld tot lange gevangenisstraffen voor een gewelddadige inbraak bij een boer in het Friese Beetgum. Dit werd in socialistische kring gezien als klassenjustitie en als een ‘Friese Dreyfusaffaire’, zeker toen werd bewezen dat de inbraak door drie anderen was gepleegd. Rechtsherstel bleef echter uit. Ds. Albertinus van der Heide, socialist, spiritist en een van de ijveraars voor vrijlating en eerherstel van de broers Hogerhuis, nodigde Akkeringa in april 1924 uit voor een gastoptreden in zijn pastorie te Britswerd. Aan de hand van een brief beschreef ze de gebeurtenissen in Beetgum – overigens niet als een inbraak maar als een brandstichting. Van der Heide, onder de indruk van de ‘grote gaven van mevr. Akkeringa’, vroeg belet bij de procureur-generaal in Leeuwarden. Volgens Van der Heide gaf deze toe dat haar reconstructie juist was.

Bij Einstein thuis

In 1927 werd Akkeringa-Kromme erelid van Harmonia. Drie jaar later zocht ze de publiciteit na een ontmoeting met Albert Einstein in Berlijn. Ze vertelde hoe ze bij een privé-seance, waarbij onder meer de acteur Max Reinhardt aanwezig was, een horloge van de grote natuurkundige had herkend. Twee dagen later mocht ze bij het echtpaar Einstein op bezoek.

De beroemde professor kwam niet uitgevraagd en uitgeëxperimenteerd’, vertelde ze in Het Vaderland (27-3-1930). Na afloop zou hij haar een gesigneerde foto hebben gegeven (Algemeen Handelsblad, 3-3-1931). Op 31 maart  nam Einstein zelf, in een brief aan de Haagse theoloog Leonard Albert Rademaker, enige afstand van dit verhaal: ‘Ik had de onvoorzichtigheid begaan, mij uit nieuwsgierigheid met twee zogenaamde helderzienden in te laten’ (AEE, nr. 49-58).

Akkeringa-Kromme bleef tot op hoge leeftijd seances geven: vooral in Nederlands-Indië, maar ook in Amsterdam en Den Haag. In 1938 vierde Harmonia zijn vijftigjarig bestaan. Akkeringa-Kromme weigerde voor de jubileumuitgave ‘een paar bijzonderheden uit haar leven’ te leveren, maar uitte wel haar ‘grote voldoening’ dat Harmonia een boodschap van ‘blijdschap en vreugde’ had ‘gebracht en doorgegeven aan duizenden zoekende, dankbare zielen’. Ze besloot: ‘Deze boodschap: “Er is geen dood” […], zal voor ons […] de mooiste erepalm moeten blijven’ (gecit. Ned. Vereniging, Eeuwfeest, 12). De inmiddels zeventigjarige Akkeringa-Kromme werd in de jubileumbundel geprezen voor ‘de onbaatzuchtige wijze waarop zij de mensheid dienen wil’ en ‘troost, bemoediging en zekerheid’ gaf: de ‘alles vervullende zekerheid van de onvergankelijkheid van het leven’ (Idem). In een Occult woordenboekje, dat een jaar later verscheen, heet ze ‘de eerste Nederlandse psychometriste die in het publiek optrad’ en ‘nog steeds een onvermoeide propagandiste van het spiritisme’ (Van Veen, 5-6).

Op 23 maart 1942 meldde Het Vaderland dat ‘mevrouw de weduwe dr. E.A. Akkeringa, geboren C. Kromme, die in den lande bekendheid heeft verworven als occultiste’, op 73-jarige leeftijd was overleden in het Haagse Gemeenteziekenhuis. Ze werd in besloten kring begraven op Oud Eik en Duinen.

Archivalia

  • Centraal Bureau voor Genealogie, Den Haag: collectie persoonskaarten.
  • Koninklijke Bibliotheek, Den Haag: collectie kranten (www.delpher.nl/nl/kranten).
  • Het Utrechts Archief: Vereniging Harmonia, stukken betreffende C. Akkeringa-Kromme.
  • Tresoar, Leeuwarden: handschrift 1802 (A. van der Heide, Mijn mémoires).
  • The Hebrew University of Jerusalem: Albert Einstein Archives (AEE).

Literatuur

  • J. Valckenier Suringar, Beschrijving van een psychometrisch helderziend medium (Amsterdam 1923).
  • D. van Veen Jz, Occult woordenboekje (Apeldoorn 1939).
  • W.A.H. Mulder-Schalekamp, De doden spreken (Naarden 1970).
  • Ned. Vereniging van Spiritisten Harmonia, Eeuwfeest 1888-1988 (z.p. 1988).
  • D. Jansen, ‘Een persoonlijk voortbestaan ...” Ds. Albertinus van der Heide en de parapsychologie’, De Vrije Fries 83 (2003) 179-200.
  • D. Jansen en W. Kramer, ‘A forgotten chapter, dr. J. Valckenier Suringar and modern spiritualism’, Psypioneer Journal 6 (2010) nr.4, 289-305.

Illustratie

C. Akkeringa-Kromme, door C. Weyer, ongedateerd (Met toestemming HARMONIA overgenomen uit 'Gedenkboek uitgegeven door het hoofdbestuur ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan der vereeniging', augustus 1938).

Auteur: Kees Kuiken

laatst gewijzigd: 15/08/2017