Faassen, Gesina Maria van (1928-2011)

 
English | Nederlands

FAASSEN, Gesina Maria van (geb. Amsterdam 19-11-1928 – gest. Amsterdam 23-6-2011), actrice, cabaretière en schrijfster. Dochter van Gerard Heinrich van Faassen (1893-1974), boekhouder, en Johanna Christina Heerding (1899-1964). Ina van Faassen trouwde (1) op 22-12-1951 in Amsterdam met Elias Spier (1926), fotojournalist; (2) na echtscheiding (24-3-1958 in Amsterdam) op 2-5-1960 in Rotterdam met Antonius Mechel van Duinhoven (1921-2010), acteur. Beide huwelijken bleven kinderloos.

Toen Gesina (Ina) van Faassen zeven was, scheidden haar ouders. Met haar moeder – ze was enig kind – trok ze in bij haar grootouders, die een fruit- en delicatessenwinkel hadden aan de Amsterdamse Herengracht. In de eerste oorlogsjaren ging ze soms met haar moeder naar de voormalige bioscoop Royal, waar ze Wim Sonneveld zag optreden. Op de hbs aan de P.L. Takstraat schreef Ina voor de schoolkrant en speelde ze toneel op schoolfeestjes. In 1948 fotografeerde Parool-verslaggever Edo Spier haar; hij was onder de indruk en ried haar aan auditie doen voor de Toneelschool. Daar kreeg ze les van Ank van der Moer en deed ze de bijvakken schermen, ballet en dramaturgie. In 1951 studeerde ze af en trouwde ze met de flamboyante, maar door zijn oorlogservaringen getraumatiseerde Spier. Hun huwelijk liep in 1958 spaak.

Toneel, film en cabaret

Ina van Faassen kwam direct na haar eindexamen onder contract bij De Nederlandse Comedie, waar ze debuteerde in een stuk van Jean Puget. Ze maakte in 1953 een vroeg televisiedebuut in het NCRV-drama Afscheid van de clown. Vanaf 1955 had ze grote rollen bij het Rotterdams Toneel, onder meer in Een bruid in de morgen (1955-1956) en Suiker (1958-1960, ook op televisie) van Hugo Claus. In de komedie Zo oud als de wereld (1955-1956) van J.B. Priestley was haar tegenspeler Ton van Duinhoven, met wie ze in 1960 trouwde. In hetzelfde jaar speelde ze haar eerste filmrollen in Makkers staakt uw wild geraas van Fons Rademakers en Het grote mes van Walter van der Kamp. Ook was ze veelvuldig te horen in de radiocabarets van Alexander Pola, Jan de Cler en Henk Elsink.

Toen Van Faassen begin 1965 ‘Masja’ in Drie zusters van Tsjechov speelde, werd ze benaderd door haar jeugdidool Wim Sonneveld, die voor het vervolg op zijn eerste solocabaretvoorstelling een vrouwelijke tegenspeelster zocht. Wim Sonneveld en Ina van Faassen – hij groot geafficheerd, zij piepklein – ging in 1966 in première in het Scheveningse Kurhaus. Tot 1970 speelden ze samen 650 voorstellingen, waarin Sonneveld de ‘toneeldiva’ Van Faassen met veel egards aankondigde. Bij haar opkomst moest het publiek vol ontzag ‘Ina van Faassen, Ina van Faassen’ fluisteren. In de hierop volgende slapstick speelde ze Sonneveld finaal van het toneel. Het liedje ‘Jans Pommerans’ (tekst: Jacques van Tol) dat ze in de show zong, werd als grammofoonplaat uitgebracht en stond in 1969 vier weken in de tipparade. Het is veelzeggend dat ze in latere seizoenen van de show – bijna – even groot als Sonneveld werd geafficheerd.

De voorstellingen met Sonneveld betekenden voor Ina van Faassen een overstap van het gesubsidieerde toneel naar de wereld van de vrije producties. Met haar man trad ze in dit circuit onder meer op in stukken van Alan Ayckbourn, Dimitri Frenkel Frank en Neil Simon. Samen hadden ze een radioprogramma. Van Faassen speelde mee in de Amerikaanse televisiefilm Hans Brinker and the silver skates (1969), in Nederlandse films zoals Waaldrecht (1973) en De koperen tuin (1975) en in de televisiekomedies Ieder zijn deel (1976-1979) en Cassata (1979, als de Nederlandse vrouw van een Italiaanse ijsbereider). Daarnaast schreef ze: met collega Henk Molenberg een kookboek, voor het weekblad Margriet verhaaltjes over de toneelwereld en in 1985 met de beeldhouwer Kees Verkade een boekje over diens werk.

‘Ander circuit’

Via tekstschrijver Haye van der Heyden kreeg Van Faassen in 1987 een gastoptreden bij cabaretgroep Purper en in 1992 een rol in zijn toneelstuk Goed/fout. Tijdens de tournee van dit geruchtmakende stuk over NSB-kinderen kreeg ze hersenvliesontsteking. Na enkele dagen in coma en een jaar revalideren stond ze in 1995 weer op de planken met Purper. In hetzelfde jaar bewerkte ze de roman De virtuoos van Margriet de Moor voor toneel. Het stuk is in 1995/1996 opgevoerd.

Ina van Faassen kwam, in haar eigen woorden, ‘in een heel ander circuit terecht’ toen ze in 1999 speelde in de televisiefilm Duinzicht boven van Gerardjan Rijnders (gecit. Lock Horn, 100). In feite was dit het repertoiretoneel uit haar beginjaren, geregisseerd door een nieuwe generatie. Van Faassen werkte na 1999 met Frans Strijards (2001/2002), Ivo van Hove (2002/2003) en de cineaste Nicole van Kilsdonk (Polonaise, 2002). Haar rol als hoogbegaafde hoogleraar literatuurwetenschap in Espr;t (2002/2003) van Margaret Edson trok de aandacht van Opzij. In een interview met het feministische maandblad verwoordde ze haar eigen beleving van het toneelvak: ‘Als ik een rol in mijn vingers heb, zie ik altijd een beeld waarin ik, bovenop een trein gezeten, door een eindeloos landschap rijd’ (gecit. Lock Horn, 98).

De laatste rol van Ina van Faassen was in de bioscoopkomedie Liever verliefd (Pim van Hoeve, 2003). Hierna eiste de verzorging van haar hulpbehoevend geworden man Ton van Duinhoven veel tijd en aandacht op. Als afleiding ging ze aquarelleren en volgde ze beeldhouwlessen bij Karel Gomez. Ina van Faassen overleed thuis in Amsterdam, 82 jaar oud, op 23 juli 2011, minder dan een jaar na haar echtgenoot. Zes dagen later werd ze onder veel belangstelling bijgezet in zijn graf op Zorgvlied.

Reputatie

‘Ina van Faassen is onherkenbaar veranderd’, schreef critica Jeannette Stuurop in 1967 na een optreden met Sonneveld, ‘de koele actrice is een schalkse knappe cabaretartieste geworden’ (Leeuwarder Courant, 18-10-1967). Als klassiek toneelspeelster werd ze in 1959 onderscheiden met de bronzen Bouwmeesterpenning en in 1961 uitgeroepen tot ‘actrice van het jaar’. Bij haar dood werd Van Faassen herdacht als een ‘culturele duizendpoot’ (De Telegraaf, 23-7-2011).

Naslagwerken

Honig; Coffeng.

Archivalia

  • Universiteitsbibliotheek UvA, Amsterdam: collectie Theater Instituut Nederland (TIN).
  • Centraal Bureau voor Genealogie, Den Haag: collectie persoonskaarten en persoonslijsten.
  • Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid, Hilversum: diverse televisie- en filmopnamen.

Publicaties

  • [met Henk Molenberg] Rommelpotterij of op hoop van zegen (Bussum 1971).
  • Ik ben even naar boven. Kleine verhaaltjes van een actrice (Amsterdam 1973).
  • [met Kees Verkade]’n Geboorte in brons (z.p. 1985)

Literatuur

  • Ben Haveman, ‘Het rusteloos universum van Edo Spier’, De Volkskrant, 1-7-1995.
  • Elisabeth Lockhorn, ‘Toneel is een heelmeester’, Opzij 30 (2002) 98-103.
  • Marcella van der Weg, ‘De vaste route van Ina van Faassen’, Ons Amsterdam 55 (2003) 66.
  • Hans Peekel, Wim Sonneveld. Zeg maar ja tegen het leven (Baarn 2005) 172-183.
  • Hilde Scholten, Wim Sonneveld. De parel van het cabaret (Arnhem 2006) 83-94.

Illustratie

Auteur: Kees Kuiken

laatst gewijzigd: 20/02/2017