Danby, Ellen Ruth (1921-2016)

 
English | Nederlands

DANBY, Ellen Ruth, vooral bekend als Ellen Burka (geb. Amsterdam 11-8-1921 – gest. Toronto, Canada 12-9-2016), kunstschaatster. Dochter van Paul Josef Danby (1886-1943), zakenman, en Rosie Goldstein (1888-1943). Ellen Danby trouwde in 1945 in Amsterdam met Jan Burka (1924-2009), kunstenaar. Uit dit huwelijk, dat in 1954 eindigde in een scheiding, werden 2 dochters geboren.

Ellen groeide op in Amsterdam-Zuid, als jongste dochter van een van oorsprong Duits-Joodse vader en moeder. Haar tien jaar oudere zus Margaret was in Engeland geboren, waar het gezin tot 1919 had gewoond. Na de Eerste Wereldoorlog was haar vader (toen nog Dambitsch geheten) bedrijfsleider geworden van restaurant/wijnhandel Kempinski in de Leidsestraat. Thuis was er een gouvernante voor de meisjes en tot ze naar school ging sprak Ellen alleen Duits en Engels. In 1935 werd de familienaam Dambitsch officieel veranderd in Danby.

Kunstschaatsen

De jonge Ellen Danby hield van muziek en dansen. Ze kreeg dansles en ging vlakbij huis naar de Eerste Openluchtschool voor het Gezonde Kind. Ellen kon al jong schaatsen, maar ze werd verliefd op het ijsdansen toen ze in 1933 kunstschaatsers pirouettes en sprongen zag maken op de winterijsbaan op het Museumplein. In 1934 ging bij het Sportfondsenbad in de Linnaeusstraat de eerste kunstijsbaan van Amsterdam open. Ellen en haar hartsvriendin Elsbeth Meijer waren elk vrij moment op die ijsbaan te vinden. Ze hadden net allebei een fiets gekregen en waren hierdoor niet afhankelijk van hun ouders, die aanvankelijk niets wilden weten van hun bezoekjes aan het minder chique Amsterdam-Oost.

Toen bleek dat Ellen Danby talent had voor kunstrijden, gingen haar ouders overstag en mocht ze op les. De twee vriendinnen hadden elk een vaste danspartner en de twee jonge paren gaven 's winters elk weekend demonstraties op ondergelopen land bij boeren in de omgeving van Amsterdam. Hieraan kwam een einde toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. In september 1941 werden schaatsbanen, net als andere publieke gelegenheden, verboden voor Joden. Ellen, die in het derde jaar van de Academie voor Lichamelijke Opvoeding zat, mocht ook niet meer naar school. Haar zus Margaret, inmiddels werkzaam als arts, besloot onder te duiken en overleefde zo de oorlog. Vader Danby voelde zich veilig vanwege zijn netwerk van zakelijke contacten en weigerde mee te gaan, maar in juni 1943 werd Ellen met haar ouders opgepakt en op transport naar concentratiekamp Westerbork gezet. Haar grootmoeder, die bij het gezin inwoonde, was twee weken eerder al opgehaald. Voor ouders en grootmoeder volgde al snel het transport naar Sobibor, waar ze werden vermoord.

Ellen Danby ontkwam aanvankelijk aan transport doordat ze bij de registratie in Westerbork had opgegeven dat ze nationaal kampioene kunstrijden was. Deze leugen om bestwil – er werd in die tijd nog niet om die titel gereden – werkte: kampcommandant Gemmeker was geïnteresseerd in kunstschaatsen en wilde dat ze zou optreden. In de winter werd Danby te werk gesteld bij een boer waar ze kon oefenen op een bevroren vijver. Maar van een optreden kwam het niet omdat het ging dooien. Daarna werkte ze als dienstmeisje bij de kamparchitect. Op een feestje voerde een Duitse officier haar dronken en werd ze voor straf op transport gezet naar Theresienstadt. Daar leerde ze de Tsjechische medegevangene Jan Burka kennen.

Danby en Burka overleefden het kamp en liftten na de bevrijding naar Amsterdam, waar ze in oktober 1945 trouwden. Ze kregen twee dochters: Petra (1946) en Astra (1948). Tussen de zwangerschappen door bleef Ellen Burka-Danby schaatsen: in 1946 en 1947 won ze wedstrijden die nu gelden als voorlopers van de Nederlandse kampioenschappen kunstrijden. In 1947 en 1948 verzorgde ze voor Carré de choreografie van de Eerste Nederlandse IJsrevue – een show in de kerstperiode die veel succes oogstte – en ging ze lesgeven op de schaatsbaan in de Apollohal. Het gezin woonde op de Van Eeghenlaan bij het Vondelpark, waar Jan Burka tekende, schilderde en beeldhouwde. Hun huis werd een ontmoetingsplaats voor kunstenaars. Ellen Burka-Danby was gelukkig in Amsterdam, maar haar man leed onder de dreiging van de Koude Oorlog en wilde emigreren. Het gezin vertrok in 1951 naar Canada.

Succesvol coach

In Toronto gaf Ellen Burka-Danby op donderdagavond en in de weekends les op de ijsclub. Haar man werkte als grafisch ontwerper. Ze vertelde niemand dat ze Joods was, voedde haar kinderen Anglicaans op en sprak niet over de oorlog. Tegen haar dochters zei ze dat haar ouders bij een auto-ongeluk waren omgekomen. Ze kreeg veel nieuwe vrienden en ging in 1954 drie maanden naar Mexico om muurschilderingen te leren maken. Na haar terugkomst werd duidelijk dat het huwelijk geen stand hield. Haar man vertrok en ze stond er vanaf dat moment alleen voor. De naam Burka bleef ze wel voeren.

Om in het gezinsonderhoud te voorzien ging Ellen Burka meer lesgeven op de schaatsbaan – haar dochters nam ze vaak mee. Ze was een strenge docent: als leerlingen te laat kwamen of niet hun uiterste best deden, konden ze vertrekken. Burka-Danby maakte werkdagen van achttien uur. Dochter Petra bleek een kunstschaatstalent te zijn en voerde tijdens de Canadese kampioenschappen van 1962, met haar moeder als coach, als eerste vrouw een drievoudige sprong uit in een wedstrijd: de triple Salchov – ze was toen vijftien. Drie jaar later werd Petra Burka wereldkampioene kunstrijden.

Ellen Burka-Danby was coach bij vijfentwintig WK’s en zeven winterspelen. Met Elvis Stojko, die meermalen wereldkampioen werd en tweemaal Olympisch zilver won, was ze het meest succesvol. Maar echt trots was Burka-Danby op haar samenwerking met schaatskampioen Toller Cranston – die ze ook een tijdje onderdak bood. Hij werd zesmaal Canadees kampioen en won in 1976 de bronzen medaille bij de Winterspelen. Met Burka-Danby als coach maakte Cranston het mannenschaatsen theatraler – hij liftte bijvoorbeeld als eerste man zijn armen boven het hoofd – en zo introduceerden zij een nieuwe stijl.

Ellen Burka-Danby kwam verschillende malen terug naar Nederland. Ze hield altijd contact met haar oude schaatsvriendin Elsbeth Bon-Meijer – in 2010 vierden ze hun 80-jarige vriendschap -, met wie ze enkele malen op reis ging naar onder andere  Marokko en Mexico. Ze bleef tot op hoge leeftijd lesgeven. Ellen Burka-Danby overleed op 12 september 2016 in Toronto, 95 jaar oud.

Reputatie

Ellen Burka-Danby is wereldberoemd omdat ze met haar passie voor dans het kunstrijden een nieuwe, artistieke dimensie gaf. In Canada is ze nog altijd een legende. In 1978 ontving ze de hoogste Canadese onderscheiding: The order of Canada. In 1996 werd ze opgenomen in Canada’s Sports Hall of Fame en in 2013 in de internationale Joodse Sports Hall of Fame. In 2015 nam ze op de Amsterdamse Jaap Edenbaan persoonlijk de onderscheiding Blijk van Erkenning van de Koninklijke Nederlandsche Schaatsenrijders Bond in ontvangst. In de Toronto Sport Hall of Honour is zij opgenomen als sportlegende.

Literatuur

Illustratie

Ellen Burka, door Thom Hayim, ca. 1990 (privé-collectie).

Auteur: Monique van de Griendt

laatst gewijzigd: 27/03/2017