Bulthuis, Alexandra Paula Maria (1948-2009)

 
English | Nederlands

BULTHUIS, Alexandra Paula Maria (geb. Den Haag 24-5-1948 – gest. Den Haag 15-10-2009), actrice. Dochter van Rico Bulthuis (1911-2009), schrijver en poppenspeler, en Paula Dietz (1918-2012). Sacha Bulthuis trouwde op 26-3-1973 in Den Haag met Ausonius Greidanus (geb. 1950), acteur. Uit dit huwelijk, op 24-3-1987 in Den Haag ontbonden, werden 1 zoon en 2 dochters geboren.

Alexandra (Sacha) Bulthuis groeide op in een kunstzinnig gezin. Haar vader was letterkundige, poppenspeler en schrijver voor en over poppenspel, en had als lector bij uitgeverij Stols veel contact met kunstenaars. Haar moeder was een textielkunstenares die was gespecialiseerd in gobelin-weeftechniek. Sacha had één broer, Paul. Na de echtscheiding van haar ouders (in 1957) woonde Sacha bij haar moeder, die hertrouwde met Rudolf Boorsma en nog twee dochters kreeg: Bernadet en Anne Marie. Zo groeide Sacha op met een broer en twee (half)zusjes.

Sacha Bulthuis ging naar de Vrije School en kwam al jong in de Haagse Stadsschouwburg. Naar eigen zeggen was ze als kind ontzettend verlegen en worstelde ze in haar puberteit met angsten. Toen ze veertien was, mocht ze voorspelen voor regisseur en theatermaker Erik Vos, een vriend van haar vader – hij zou een belangrijke rol spelen in haar carrière. Ze speelde bij die gelegenheid Puck uit Midzomernachtsdroom (Shakespeare) en Sonja uit Oom Wanja (Tsjechov).

De Appel

Eind jaren zestig begon Bulthuis met haar opleiding aan de Toneelschool in Amsterdam. Deze studie verliep niet zonder slag of stoot – ze moest één jaar overdoen – maar bij haar eindexamen in 1971 schreven de kranten bijzonder lovend over haar. Via acteur Eric Schneider, die op de toneelschool ook haar eindexamenvoorstelling regisseerde, kon ze hierna direct aan de slag bij het Nieuw Rotterdams Toneel, een gezelschap dat zich richtte op repertoiretoneel. In datzelfde jaar speelde Bulthuis ook in Bacchanten ’71, een regie van Erik Vos tijdens het Holland Festival. Deze voorstelling kwam door middel van improvisaties tot stand, wat op dat moment erg vernieuwend was.

Op de Toneelschool in Amsterdam ontmoette Bulthuis ook Aus Greidanus. Ze speelden in die tijd al regelmatig samen en trouwden in maart 1973 met elkaar. Ze kregen drie kinderen: Ausonius Eric Alexander (1975) en de tweeling Tessa Catharina en Pauline Maria (1976). Sacha Bulthuis bleef in deze periode spelen bij verschillende gezelschappen, waaronder Studio Laren en Globe.

In 1976 verbond Sacha Bulthuis zich aan het gezelschap waar ze tot haar dood zou blijven: Toneelgroep de Appel in Den Haag, in 1971 door Erik Vos en anderen opgericht. Ook haar kinderen nam ze hier van jongs af aan mee naartoe; zij speelden graag op de kostuum- en rekwisietenzolder. Bulthuis speelde vele klassiekers, vaak onder regie van Erik Vos en Aus Greidanus – ook na hun echtscheiding in 1987. Zo speelde ze onder meer Shakespeare (Horatio in Hamlet, 1988), Tsjechov (een van de drie zusters in het gelijknamige toneelstuk,1990) en Botho Strauß (Lotte in Groot en Klein, 1992).

Sacha Bulthuis was een karakteristieke verschijning: ‘[Ze] was altijd die kleine vrouw (net aan 1.60 meter) met die prachtig sprekende ogen, sjofel jasje aan, sigaret bij de hand’ (de Volkskrant, 16-10-2009). Bulthuis gaf zelf in interviews aan dat ze verlegen was, en dat ze juist in haar spel op zoek ging naar een andere, meer extraverte kant: ‘Ik zoek dingen die ver van mijn verlegenheid afstaan’ (Trouw, 16-10-2009). Naar eigen zeggen kon ze door haar wat ruwe, stugge uiterlijk ook toen ze jong was gemakkelijk oudere personages spelen – en had ze daardoor ook minder last van lichamelijk verval.

Bulthuis speelde veel repertoire, maar ook enkele stukken die Gerardjan Rijnders voor haar schreef. Sommige zijn opvallend persoonlijk: Beroerd (2008) gaat bijvoorbeeld over de beroerte die ze in 2007 had gehad. Bulthuis richtte zich hoofdzakelijk op het theater, maar acteerde ook in films en televisieseries. De bekendere films waarin ze te zien was, zijn Max Havelaar (1976), Taxi in de nacht (1988), AmnesiA (2001) en Komt een vrouw bij de dokter (2009). Ze had ook enkele rollen in de televisieserie Baantjer (1995-2006). In de zomer van 2009 hoorde Bulthuis dat ze longkanker had. De laatste voorstelling die ze speelde was de voorstelling Blik bij Toneelgroep de Appel op het Oerol Festival. Niet lang daarna, op 15 oktober 2009, stierf Sacha Bulthuis in Den Haag, 61 jaar oud.

Reputatie

Binnen De Appel was Bulthuis een bepalend gezicht. Ze won een aantal belangrijke prijzen, zoals de Prosceniumprijs voor de rol van Pop in Ghetto van Joshua Sobol (samen met Willem Wagter). Ook werd ze vijf keer genomineerd voor een Theo d’Or, die ze twee keer won – in 1974 en in 1993 – en twee keer voor een Gouden Kalf. In 1998 ontving ze de Haagse Victorine Hefting Prijs, een tweejaarlijkse prijs voor vrouwen die zich verdienstelijk hebben gemaakt op cultureel gebied.

Bulthuis werd geprezen om de diepte en integriteit van haar spel, dat zeer natuurlijk en soepel overkwam, maar waar ze hard voor werkte. Over de manier waarop ze het isolement van haar personage uitdrukte in de rol van Lotte in Groot en Klein werd bijvoorbeeld geschreven: Bulthuis doet dit met een nagenoeg ongeëvenaard plastisch talent. (…) Ze trèkt geen 1000 gezichten, ze hééft ze, of, nauwkeuriger nog, ze ìs ze.’ (De Telegraaf, 30-11-1992). Zelf sprak ze zeer nuchter over haar vak. Wanneer er gevraagd werd naar haar methodes of talent, beweerde ze zelf niet precies te weten hoe ze het publiek boeide. ‘Want wat is toneel nou helemaal? Om kwart over acht opgaan, proberen te boeien en dan wegwezen. Zoiets’ (de Volkskrant, 5-3-1999).

In 2019 werd er op initiatief van haar zus Anne Marie Boorsma een portret van Sacha Bulthuis geplaatst in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag. In Berkel en Rodenrijs is een Sacha Bulthuisstraat.

Naslagwerken

Honig.

Archivalia

Centraal Bureau voor Genealogie, Den Haag: persoonskaart Alexandra Paula Maria Bulthuis.

Literatuur

  • Piet Koster, ‘Ik voel me geen Nederlandse kampioene toneelspelen’, Het Vrije Volk, 6-5-1974.
  • G.J. Schutte, ‘Literaire herinneringen van Rico Bulthuis. Het schouwspel van de achtergebleven toeschouwer’, Nederlands Dagblad, 23-7-1986.
  • Peter Liefhebber, ‘Sacha Bulthuis is 1000 gezichten’, De Telegraaf, 30-11-1992.
  • Hein Janssen, ‘Niet blond genoeg’, de Volkskrant, 5-3-1999.
  • Hanny Alkema, ‘Altijd wat dubbele bodem’, Trouw, 17-2-2003.
  • Joeke Berg, ‘Sacha Bulthuis leefde voor toneel’, ANP 15-10-2009.
  • Nico de Boer, ‘Ten Slotte: Sacha Bulthuis (1948-2009)’, Het Parool, 15-10-2009.
  • Kester Freriks, ‘Toneelspeelster Sacha Bulthuis (61) overleden’, NRC, 15-10-2009.
  • Hanny Alkema, ‘Toneelspeelster, meneer’, Trouw, 16-10-2009.
  • Hein Janssen, ‘Virtuoos en verwonderd op toneel en in het leven’, de Volkskrant, 16-10-2009.
  • Peter Brusse, ‘Ongelovige romanticus; uit het leven’, Vrij Nederland, 24-10-2009

Illustratie

Sacha Bulthuis en Aus Greidanus jr. repeteren in Museum Beelden aan Zee in Scheveningen het toneelstuk "Beroerd", door Frank van Rossum, 2003 (ANP Photo).

Auteur: Suzanne Kooloos

laatst gewijzigd: 06/04/2021