Bruijn, Margreet (1916-2010)

 
English | Nederlands

BRUIJN, Margreet (geb. Laren, NH 13-3-1916 – gest. Laren, NH 21-10-2010), jeugdbibliothecaresse, schrijfster. Dochter van Cornelis Pieter Bruijn (1883-1978), onderwijzer en schrijver, en Maartje de Vries (1888-1960), onderwijzeres, violiste en schrijfster. Margreet Bruijn bleef ongehuwd.

Margreet (Iet voor intimi) groeide op als vierde van zes dochters in een vooruitstrevend en cultureel onderwijzersgezin. Haar moeder was violiste, schreef een kinderboek en hielp haar echtgenoot bij het onderzoek voor zijn boeken. Haar vader, later bekend als schrijver, was lange tijd hoofdonderwijzer geweest van de Humanitaire School in Laren, een vernieuwingsschool op christen-anarchistische grondslag, maar werd in Iets geboortejaar hoofd van de Hilversumse schoolvereniging. Iet ging ook naar deze school, waar alles draaide om het individuele kind en veel aandacht was voor muziek, toneel en natuurbeleving. Haar ouders waren bevriend met bekende kinderboekenschrijvers als Nynke van Hichtum en Jan Ligthart. Jarenlang ging Iet wekelijks bij ‘mem’ Van Hichtum op bezoek. Zo ontwikkelde ze al vroeg een interesse voor jeugdliteratuur en leesbevordering.

Jeugdbibliothecaresse

Toen Margreet Bruijn in 1933 haar mulodiploma had behaald, ging ze werken in een boekhandel – eerst in Hilversum, vanaf 1936 in Arnhem. Parallel volgde ze vanaf 1936 de cursus ‘boekhandel en uitgeverij’ en deed ervaring op in de Arnhemse jeugdleeszaal van Ons Huis. Eind jaren dertig verloofde ze zich met een christelijke jongeman die op de Veluwe woonde. In 1941 moest ze stoppen met haar werk in de Arnhemse boekhandel omdat haar werkgever Joods was en zij dit niet bij de Duitse autoriteiten had gemeld. Daarna vond ze een baan in de bibliotheek van keuringsinstituut KEMA in Arnhem en ging ook werken voor uitgeverij Samsom in Alphen aan den Rijn. Vanaf september 1944 woonde ze met haar zus Tine en een nichtje in het ouderlijk huis aan de Eikenlaan in Hilversum terwijl haar ouders zaten ondergedoken in West-Friesland. Zo kon het huis met het archief van Cor Bruijn minder makkelijk worden geconfisqueerd.

Kort na de oorlog moest Margreet Bruijn aan een hernia worden geopereerd. Hierna was ze een tijdlang aangewezen op thuiswerk. Ze bleef bij haar ouders wonen, deed redactie- en vertaalwerk voor uitgeverijen en werd de assistente van haar vader, inmiddels een succesvol roman- en kinderboekenschrijver. In dezelfde tijd verbrak ze na zeven jaar haar verloving omdat ze per se wilde blijven werken en vreesde dat huwelijk en gezin het einde van haar carrière zouden betekenen.

In 1949 begon Margreet Bruijn, inmiddels 33 jaar, aan de opleiding tot jeugdbibliothecaresse in de Nutskinderleeszaal in de Wijdesteeg in Amsterdam, een plek waar het gonsde van de activiteiten. Ze leerde er onder anderen Fiep Westendorp, Annie M.G. Schmidt, Han G. Hoekstra en Otto Frank kennen. Ze had het er goed naar haar zin, maar kon er na haar opleiding niet blijven omdat ze nog altijd rugklachten had. Wel trad Bruijn toe tot de redactie van De Kleine Vuurtoren, de richtinggevende periodiek van de Vereniging ter bevordering van de belangen des boekhandels (de latere CPNB). Het blad was gevuld met besprekingen van kinderboeken voor ouders, scholen en bibliotheken. In 1952 werd ze hoofdredacteur en ze bleef dit tot de opheffing ervan in 1961.

Vanwege haar werk voor de CPNB kwam Bruijn in 1955 in de eerste jury ter beoordeling van het Kinderboek van het jaar. Ook ging ze jeugdboeken recenseren voor het Algemeen Handelsblad (1954-1955) en in het radioprogramma Boekenschouw van de AVRO (1955-1963). In het radiokinderprogramma De Tovercirkel van Herman Broekhuizen had ze van 1961 tot 1967 haar eigen boekenrubriekje, ‘Zwart op wit’ – ze sprak er met kinderen over boeken. In de loop der jaren gaf ze tal van lezingen over jeugdliteratuur voor ouders, leraren en het jeugdwerk. Voorts was ze jarenlang actief als vertelster. Van 1962 tot 1977 werkte ze als jeugdbibliothecaresse in de R.K. Openbare bibliotheek in Laren, waar ze vanaf 1958 woonde.

Eigen werk

In 1954 debuteerde Margreet Bruijn zelf als kinderboekenschrijfster met De wonderketting, dat was ontstaan uit de verhalen voor haar kralen rijgende nichtjes. Het verhaal neemt de jonge lezer mee naar een wereld waar fantasie en werkelijkheid door elkaar heen lopen. Bruijn schreef nog een tiental andere kinderboeken maar haar debuut bleef haar belangrijkste jeugdboek. Ook zette ze het werk voort dat ze van haar vader, die ze had geholpen bij zijn Nederlands sagenboek, en van Nynke van Hichtum had geleerd: ze verzamelde zelf sprookjes en sagen, die ze vertaalde uit het Duits, Engels en Frans en die ze bewerkte. Het meest bekend werd Hannes Brinker of de zilveren schaatsen (1954), waarin ze het verhaal van Mary Mapes Dodge uit 1865 opnieuw vertelt en verrijkt. In 1957 verscheen Verhalen uit het Reuzengebergte en tien jaar later Sprookjes van overal.

In de jaren zestig stelde Bruijn op verzoek van uitgeverij Wolters-Noordhoff de tiendelige schoolleesserie Heggeranken samen. Hierin behandelt ze de verschillende, bij de opeenvolgende ontwikkelingsfasen van het schoolkind passende titels uit de jeugdliteratuur. Ze lichtte haar werk literair-historisch en pedagogisch toe in het naslagwerkje Achter de heg. De serie Lang zullen ze leven uit de jaren zeventig, met een bloemlezing van verhaalfragmenten uit de klassieke wereldjeugdliteratuur, was een vervolg op Heggeranken.

Vanaf 1978, na de dood van haar vader, besteedde Margreet Bruijn haar tijd aan het schrijven van zijn biografie, De man achter Sil (1984). Ze zag het als haar taak zijn archief op het terrein van pedagogiek, sociale bewegingen en letterkunde als eenheid over te dragen aan een volgende generatie. Toen ze boven de negentig was, begon ze de weg kwijt te raken. In het voorjaar van 2005 verhuisde Margreet Bruijn vanuit haar sprookjesachtige huisje ‘Achter de Heg-Bij den Toren’ naar de zorginstelling Theodotion in Laren. Daar overleed zij in 2010 op 94-jarige leeftijd.

Betekenis

Margreet Bruijn was een pionierster in de moderne promotie van het jeugdboek. Zij was ervan overtuigd dat kinderen kennis moesten maken met sprookjes en klassieke verhalen die goed werden verteld, pasten bij hun leeftijd en mooi werden geïllustreerd. Haar eigen boeken De wonderketting en De zilveren schaatsen werden zeven maal herdrukt en in het Duits en Zuid-Afrikaans vertaald. Haar hoorspel Sil de strandjutter is via het Instituut voor Beeld en Geluid nog verkrijgbaar. Haar werk is tevens te vinden in de verhalenbank van het Meertensinstituut. Op haar 88ste verjaardag werd Margreet Bruijn geridderd in de Orde van Oranje-Nassau.

Naslagwerken

Lexicon jeugdliteratuur.

Archivalia

Literatuurmuseum Den Haag: Correspondentie.

Publicaties

Zie de bibliografie in het Lexicon Jeugdliteratuur.

Literatuur

  • Anthon Bel, Margreet Bruijn (Den Haag 1973).
  • H.W.M.M. Gerrits, Margreet Bruijn (Nijmegen 1973).
  • [Radio-interview met Margreet Bruijn], Een leven lang, 24-1-1992 [URL http://www.npo.nl/een-leven-lang/24-01-1992/IMX_NOS_722720; geraadpleegd 17-1-2017].
  • Frits Huiskamp, ‘Margreet Bruijn, iets over haar leven en werk’, Berichten uit de Wereld van het Oude Kinderboek 39 (2003).
  • Aukje Holtrop, Nynke van Hichtum. Leven en wereld van Sjoukje Troelstra-Bokma de Boer, 1860-1939 (Amsterdam 2008).

Illustratie

Margreet Bruijn, door Evert Landré, 2004 (particuliere collectie).

Auteur: Barbara C. de Jong (met dank aan Marjon Landré)

laatst gewijzigd: 27/02/2017