Bonebakker, Clara Johanna (1904-1979)

 
English | Nederlands

BONEBAKKER, Clara Johanna, vooral bekend als Claire Bonebakker (geb. Soerabaja, Nederlands-Indië 1-5-1904 – gest. Taxco, Mexico 9-9-1979), schilderes en tekenares. Dochter van Willem Christiaan Bonebakker (1866-1951), bankdirecteur, en Clara Constance Jacoba Bauer (1876-1923). Claire Bonebakker trouwde (1) op 23-11-1926 in Amsterdam met Theodoor Meindert Verrijn Stuart (1902-1984), kantoorbediende; (2) na echtscheiding (20-8-1930) op 11-9-1934 in Amsterdam met Karel Gustaaf Goedewaagen (1891-1945), bankdirecteur; (3) na echtscheiding (22-4-1939) op 5-7-1941 in Vrouwenpolder met Lambert Martinus Prinsen Geerligs (1899-1959), pr-man (echtscheiding 29-7-1949); (4) had van 1947 tot 1954 een relatie met Jan Hendrik Koers (1905-1980), gymleraar; (5) trouwde op 21-6-1955 in Thanet, Engeland met Walther Johannes Franz von Bernuth (1891-1977), kunstschilder (echtscheiding 8-11-1955). Claire Bonebakker had geen kinderen.

Clara Bonebakker werd in 1904 in Soerabaja geboren als oudste kind van Willem Bonebakker, die werkte bij de Koloniale Bank, en Clara Bauer, dochter van de geneesheer-directeur van het psychiatrische ziekenhuis in die stad. In 1906 overleed een twee dagen oud broertje. Zus Annie (Ant) werd in 1909 geboren. Het gezin verhuisde in 1915 naar Amsterdam, waar de vader directeur werd van de Koloniale Bank, en vestigde zich aan de Keizersgracht (nr. 580). Clara ging naar een particuliere lagere school en vervolgens naar het Lyceum voor Meisjes aan de Pieter de Hoochstraat. Lerares tekenen Louise Beijerman, die een huisvriendin werd, zorgde ervoor dat Clara rond haar zestiende extra tekenlessen kreeg – ze had talent. Clara rondde in 1921-1922 haar schoolopleiding af op meisjesinternaat ’t Kopje in Bloemendaal.

Beginnend schilderes

Nadat moeder Bonebakker in 1923 was gestorven, verhuisden vader en dochters naar de flat Westhove aan de Jan van Goyenkade (nr. 24). Keizersgracht 580 werd verkocht aan de pas opgerichte Nederlandsche Vrouwenclub, waarvan Clara Bonebakker enige tijd lid was. Ze werd eveneens lid van de Nederlandse schermbond. Enkele jaren was zij in het gezin de vrouw des huizes, tot zij in 1926 trouwde met Theo Verrijn Stuart, die werkte in de lettergieterij van zijn vermogende vader.

Toen haar huwelijk in 1930 was gestrand, ging Clara Bonebakker zich op het schilderen toeleggen. Ze nam enkele jaren les bij de landschaps- en portretschilder Ernst Richard Dietze in Dresden en vervolgens, in 1933, bij landschapsschilder Anders Osterlind in Parijs. Daar werd ze lid van de Salon du Dessin et de la Peinture à l’eau en de Union des Femmes Peintres et Sculpteurs. In 1934 exposeerde ze een stilleven op de Salon des Tuileries. In Parijs ontmoette ‘Claire’ Bonebakker, zoals ze zich als schilderes noemde, de rijke bankdirecteur Kees Goedewaagen met wie ze in september 1934 trouwde – hun trouwfoto haalde de Nederlandse kranten. Het paar, dat in jetset-achtige kringen verkeerde, ging wonen aan de Jacob Obrechtstaat (nr. 56) in Amsterdam.

Claire Bonebakker schilderde en aquarelleerde vooral landschappen, stillevens en portretten in een laat-impressionistische stijl. In 1937 was zij een van drie Nederlandse kunstenaars die de eer te beurt viel de Indische prinses Siti Noeroel Koesoemowardhani te mogen portretteren. Bonebakker exposeerde op de ledententoonstellingen van kunstenaarsvereniging Sint Lucas en had in 1938 een solotentoonstelling in de Amsterdamse kunsthandel Santee Landweer. In 1939-40 hingen vier van haar werken op de (verkoop)tentoonstelling ‘Onze kunst van heden’ in het Rijksmuseum. Ze moesten tussen de 125 en 225 gulden opbrengen.

In de Coerenblom

Vanaf september 1939 huurde Claire Bonebakker – ze was in april gescheiden – een deel van het Dijkhuis van kunstenaar Frits Lensveld, gelegen tussen Vrouwenpolder en het kunstenaarsstadje Veere. Ze schilderde en tekende er veel en werkte in de (moes)tuin. In juli 1941 trouwde ze opnieuw, met Bert Prinsen Geerligs, pr-man bij de KLM. Ze verdeelde haar tijd tussen Walcheren en Den Haag tot ze in 1942 uit Zeeland moest evacueren.

Claire Bonebakker lijkt vanaf midden 1942 niet meer te hebben geëxposeerd, maar in het najaar van 1945 was zij weer met werk vertegenwoordigd op ‘Kunst in Vrijheid’ in het Rijksmuseum. In 1946 vestigde ze zich in Veere. Ze woonde in het zeventiende-eeuwse huis In de Coerenblom aan de Veerse Kade, dat haar vader later voor haar kocht. Hier stortte ze zich op de verbouwing en de (bijzonder kleurige) inrichting van huis, atelier en tuin. Bij weverij Het Paapje te Voorschoten liet ze naar eigen ontwerp en dat van bevriende kunstenaars vloerkleden en gordijnen weven. Van 1947 tot 1954 had Bonebakker een relatie met de getrouwde gymleraar Jan Koers, die bij haar introk – haar derde huwelijk eindigde formeel in 1949.

In Veere ontving Claire Bonebakker veel gasten, onder wie Louise Beijerman en bevriende collega’s zoals Jeanne Bieruma Oosting en Sárika Góth, met wie ze vanaf 1950 in de kunstenaressenvereniging De Zeester zat. Haar werk, dat in de jaren vijftig expressionistisch en feller van kleur werd, exposeerde Bonebakker ook in het buitenland. Zo had ze dankzij haar Parijse contacten in 1952 een in Frankrijk goed ontvangen overzichtstentoonstelling in Galerie Doucet. Op Mallorca werd ze lid van de Grupo de Acuarelistas de Baleares – in 1956 won ze daar een gouden medaille.

De Gedroomde Bergtop

In 1955 was Claire Bonebakker een aantal maanden getrouwd met de schilder Walter Bernuth met wie ze de Prix de Zélande instelde, een kunstprijs die maar één keer is uitgereikt. Dat jaar was zij een van de oprichters van de Zeeuwse Kunstenaars Kring in Middelburg. Na een kortstondige relatie met een man die haar later ging stalken, vertrok Bonebakker in december 1956 met haar hond Lucio naar Mexico, daartoe geïnspireerd door kennissen die er woonden.

In 1958-1959 liet Bonebakker in Taxco het huis La Cumbre Soñada (De Gedroomde Bergtop) bouwen en een weelderige tuin aanleggen, alles volgens haar eigen ideeën. Haar Veerse inboedel en auto liet ze vanuit Nederland opsturen. Enkele bijgebouwen richtte ze in voor betalende gasten en er was ook een restaurant, want de erfenis van haar vader raakte op en ze moest geld verdienen. In La Cumbre Soñada kwamen beroemdheden logeren als prins Bernhard, Brigitte Bardot, Joseph Luns, Belcampo en Willem Oltmans. Aan schilderen kwam Bonebakker nauwelijks meer toe.

Na verloop van tijd verslechterde Bonebakkers financiële situatie, evenals haar gezondheid. In 1973 moest zij La Cumbre Soñada verkopen en kreeg daarbij te maken met een malafide tegenpartij. Ze woonde een tijdje in Cuernevaca en betrok in 1975 een huurwoning in Taxco. Twee personeelsleden, Pedro en Juanita, bleven tot aan haar dood bij haar. Claire Bonebakker stierf op 10 september 1979 in Taxco. Daar werd ‘Clarita’ een paar dagen later vanuit de Iglesia De Chavarrieta in aanwezigheid van vele plaatsgenoten begraven.

Persoon en waardering

Claire Bonebakker wordt omschreven als een buitengewoon charmante persoon en een geweldige gastvrouw, maar ook als iemand die veel aandacht nodig had. Ze leefde een mondain leven, hield van auto’s, reizen en mooie kleren – al vroeg droeg ze broeken en bikini’s. Vanwege haar affaires had ze in Veere de naam nogal losbandig te zijn.

Recensenten waardeerden Bonebakkers vlotte schildertrant en kleurgebruik, maar vonden haar zware olieverfschilderijen doorgaans oppervlakkig. Haar aquarellen en tekeningen kregen betere beoordelingen. In 2002 wijdde het Marie Tak van Poortvliet Museum in Domburg een tentoonstelling aan Claire Bonebakker en publiceerde haar nicht Ita Rümke een boek over haar. Vijftien jaar later was er in Museum Veere de expositie ‘Claire Bonebakker, Frits Lensveld en het Dijkhuis’, ter gelegenheid waarvan Lensvelds kleinzoon Art Hesselink de correspondentie tussen Bonebakker en Lensveld publiceerde.

 

Naslagwerken

Jacobs; Jacobs (2000); Nederland’s Patriciaat; Saur; Scheen.

Werk

Werk van Claire Bonebakker bevindt zich o.a. in Zeeuws Museum, Middelburg; Museum Veere, de kunsthandel en in particulier bezit. 

Literatuur

  • ‘Het Indische prinsesje wordt geschilderd’, De Telegraaf, 2-2-1937.
  • P.F.S. [Paul F. Sanders], ‘Drie exposities bij Santee Landweer en Buffa’, Het Volk, 10-10-1938.
  • Kate de Ridder, ‘Bij Claire Bonebakker In De Coerenblom’, De Vrouw en haar Huis 46 (1952) nr. 11, 490-494.
  • Eugénie Telders-de Rochemont, ‘Een Nederlandse vrouw in Mexico’, De Vrouw en haar Huis 60 (1966) nr. 2, 80-83.
  • P.W. van Bennekom, ‘Claire Bonebakker bouwde droomhotel’, Provinciale Zeeuwse Courant, 5-8-1970.
  • Ita Rümke, Zonder kleur kan ik niet leven, Claire Bonebakker, schilderes 1904-1979 (Middelburg 2002) [met literatuur en bronnen].
  • Francisca van Vloten, ‘Het ruime gebaar. Leven en werk van de schilderes Claire Bonebakker (1904-1979)’, Zeeuws Tijdschrift 52 (2002) nr. 4, 43-46.
  • Ernst Jan Rozendaal, ‘Liefdevol portret van kleurrijk figuur’, Provinciale Zeeuwse Courant, 9-7-2002.
  • Francisca van Vloten en Joost Bakker, Een tere stilte en een sterk geluid. Domburgse dames en Veerse joffers (Deventer 2009).
  • Art Hesselink, Claire Bonebakker, Frits Lensvelt en het Dijkhuis, 1939-1942 (Middelburg 2017).
  • A.J. B. en Johan Francke ‘Claire Bonebakker’, Encyclopedie van Zeeland [geraadpleegd 8-6-2022]. 

Illustraties

  • Portretfoto door onbekend fotograaf, Mallorca, ca. 1954 (uit: Van Vloten, 2002)
  • Goesti Raden Adjeng Siti Noeroel Koesoemowardani, 1937, Koninklijk Instituut voor de Tropen/Tropenmuseum, Amsterdam (foto museum).

 

Auteur: Marloes Huiskamp

laatst gewijzigd: 12/06/2022