Beus, Bernadette Anna Maria de (1958-2013)

 
English | Nederlands

BEUS, Anna Maria Bernadette de (geb. Utrecht 18-2-1958 – gest. Hoorn 21-7-2013), hockeykeepster. Dochter van Adrianus de Beus (1910-1964), directeur van een transportbedrijf, en Louisa Geertruida Sonders (1921-1999). Bernadette de Beus bleef ongehuwd.

Bernadette (Det) de Beus werd geboren in Utrecht als jongste van vier. Haar vader overleed toen ze zes jaar oud was. Nadat haar moeder in 1969 was hertrouwd, vestigde het gezin zich in het Brabantse Waalre. Daar bezocht De Beus de Nutsschool en voetbalde ze na schooltijd graag met buurtkinderen op straat. Voetbal sprak haar van alle sporten het meest aan, maar werd niet als een meisjessport beschouwd. Via een buurmeisje belandde ze op tienjarige leeftijd bij de Eindhovense Mixed Hockey Club (EMHC). Ze nam positie in het doel – met het trappen tegen de bal en het voetenwerk had de rol van keepster nog het meest weg van voetbal. De jonge De Beus werd getraind door Oranje-keeper Jan Willem Buij. Ze bleek getalenteerd en ontwikkelde zich binnen een paar jaar tot de beste keepster van de club. Al op dertienjarige leeftijd verdedigde ze het doel van het eerste team.

Als tiener-topsportster combineerde De Beus het keepen op landelijk niveau met haar middelbare school. Ze volgde een avondopleiding atheneum, werkte in de bejaardenzorg en speelde in het weekend in de hoofdklasse. Het leek slechts een kwestie van tijd voor ze naar het nationale team zou kunnen overstappen, maar op zeventienjarige leeftijd werd bij haar de ziekte van Hodgkin geconstateerd. Voor deze zeldzame vorm van lymfeklierkanker onderging De Beus een intensief behandeltraject. Ze herstelde en kon op negentienjarige leeftijd alsnog haar eerste wedstrijd voor het Nederlands elftal spelen.

Eigen koers

De Beus onderscheidde zich als keepster door een geheel eigen stijl te hanteren. Ze zwoer de in haar ogen te dikke en logge beschermende kledij af en keepte in een zo luchtig mogelijke outfit: een korte broek of een legging met dunne ‘legguards’ (beenbeschermers), een shirt en een gezichtsmasker. Naast haar solide basistechniek waren haar lengte, lenigheid, intuïtie en reflexen haar belangrijkste wapens. Bij strafcorners intimideerde ze haar tegenstanders door even tegen de doelpalen te schoppen en met haar stick tegen de bovenlat te tikken om haar atletische figuur en lengte te benadrukken.

Van 1977 tot 1988 maakte De Beus deel uit van het Nederlandse Hockeyteam, dat vanaf het wereldkampioenschap in 1978 alle internationale toernooien domineerde. Gecoacht door achtereenvolgens Huib Timmermans en Gijs van Heumen werd de ploeg in 1978 en 1983 wereldkampioen, in 1979 winnaar in de IFWHA World Championships en in 1984 Europees kampioen. In 1981 bedankte De Beus aanvankelijk voor het wereldkampioenschap vanwege studie en werk, maar op het laatste moment vloog ze toch naar Buenos Aires om de geblesseerde keepster te vervangen. Dankzij haar uitstekende keepprestaties werd Nederland tweede. Bij het wereldkampioenschap in 1983, gewonnen door Nederland, deed ze niet mee: De Beus had even genoeg van keepen en speelde als middenvelder in het tweede elftal van EMHC.

Ook in haar keuze voor een club volgde De Beus haar eigen koers. Zo bleef ze Eindhoven trouw, terwijl ze makkelijk bij een van de topclubs in de Randstad had kunnen spelen. Ze vond de sfeer in Eindhoven meer ontspannen en juist doordat de club niet een van de sterkste van Nederland was, had ze veel te doen in het doel en op het veld. Bij het Europees kampioenschap van 1984 in Lille was ze weer van de partij als keepster, maar bleek ze vlak voor de finale spoorloos verdwenen: uit behoefte aan afstand bracht ze met haar toenmalige vriend een bliksembezoek aan Zeeland. Dit leidde tot een reprimande, maar niet tot sancties. De Beus stond tijdens de finale tegen de Sovjet Unie gewoon in het doel. Nederland won met 2-0.

Topsport, werk en studie

Het hoogtepunt in de keepsterscarrière van De Beus was de gouden medaille op de Olympische Spelen van Los Angeles in 1984 – een zeer begeerde titel, omdat het team vier jaar eerder wegens een boycot door Nederland niet had meegedaan aan de Olympische Spelen in Moskou, juist toen dameshockey voor het eerst aan het Olympische programma was toegevoegd. Met De Beus in het doel was het team verzekerd van de beste keepster.

Naast de topsport werkte De Beus als sportmasseuse en uitzendkracht. In de avonduren studeerde ze geschiedenis aan de lerarenopleiding van Sittard. In oktober 1985 werd ze bij aanvang van de wedstrijd HGC-EMHC getroffen door een hartinfarct, maar na een revalidatie van enkele maanden kon ze toch mee met de selectie voor het wereldkampioenschap van 1986 in Amstelveen, waar de nationale ploeg opnieuw wereldkampioen werd. Twee jaar later speelde de inmiddels dertigjarige De Beus haar laatste interland tijdens de Olympische Spelen in Seoul. Het succesteam van 1984 was niet meer wat het geweest was, maar won toch in de troostfinale tegen Groot-Brittannië een bronzen medaille (stand: 3-1).

De Beus woonde inmiddels in Amsterdam en werkte als hoofd voorlichting bij het Rijksmuseum. Ze bleef aanvankelijk keepen voor EMHC, maar na een conflict stapte ze over naar het Amsterdamse Pinoké. In 1991 verhuisde De Beus naar Enkhuizen, waar ze tot en met 2004 als hoofd museumdiensten in het Zuiderzeemuseum werkte. In deze periode studeerde ze ook filosofie. Na enkele seizoenen bij Pinoké stopte ze met hockeyen. Ze hield haar conditie op peil door andere sporten te beoefenen.

Na in 2005 enkele maanden als adjunct-directeur van Zeehondencrèche Pieterburen te hebben gewerkt, koos De Beus voor een baan als docent cultureel-maatschappelijke vorming (CMV) aan de Haagse Hogeschool. In 2012 kwam de ziekte uit haar jeugd in andere gedaante terug. Det de Beus stierf op 21 juli 2013 en werd begraven in Enkhuizen.

Reputatie

Det ‘long legs’ de Beus staat te boek als de beste Nederlandse hockeykeepster aller tijden. Ze kwam 105 keer uit voor het Nederlands elftal, won drie wereldkampioenschappen, twee Europees kampioenschappen, een Champions Trophy en goud en brons op de Olympische Spelen. In de lijst van vijftig beste hockeysters van Nederland staat ze op de vijfde plaats. De Beus geldt als een eigenzinnige sportvrouw die zich niets aantrok van de in haar ogen onhandige en beperkende keeperstechnieken. Het nieuwe hockeycomplex ‘De Roskam’ van het WFHC in Hoorn, dat in 2014 werd opgeleverd, draagt mede haar naam.

Literatuur

Afgezien van afgezien van diverse necrologieën in kranten en op internet:

  • ‘Piet Schrijvers: ‘“Je moet een schoffie zijn in de goal”. Een keeper moet niet denken’, Het Vrije Volk, 16-8-1980.
  • ‘Det de Beus redt Oranje. Hockeydames nu huizenhoog favoriet bij WK’, De Telegraaf, 30-3-1981.
  • ‘Nationaal Hockeykeepster Det de Beus: Belangen en hardheid nemen toe’, De Waarheid, 9-2-1984.
  • ‘Det de Beus na hartinfarct terug in doel Oranje’, Leeuwarder Courant, 22-8-1986.
  • Gijs Zandbergen en Jan Brouwer de Koning, Zeven meiden om verliefd op te worden (Amsterdam 1991) 46-65.
  • Mark Hoogstad en Hans Klippus, ‘Olympisch Goud: vragen aan winnaars’, NRC Handelsblad, 7-9-2000.
  • Philip Kooke, De hockey top 50: de beste Nederlandse hockeyers (m/v) aller tijden (Amsterdam 2009) 70-71.
  • Arman Avsaroglu, ‘Uitschuifbare benen; necrologie Det de Beus (1958-2013)’, NRC Handelsblad, 23-7-2013.
  • Lisette van der Geest, ‘Eigenzinnige keepster met ‘uitschuifbare’ benen’, de Volkskrant, 23-7-2013.
  • Frans Oosterwijk red., 115 jaar Nederland hockeyland: de cultuur van het Nederlandse hockey en hoogte- en dieptepunten van beide nationale teams (Nieuwegein 2014).

Illustratie

Det de Beus, door Koen Suyk, 1986 (ANP Photo).

Auteur: Cristel Stolk

laatst gewijzigd: 21/09/2017