Amalia van Saksen-Weimar (1830-1872)

 
English | Nederlands

AMALIA prinses van SAKSEN-WEIMAR (geb. Gent 20-5-1830 – gest. Walferdange, Luxemburg 1-5-1872), door haar huwelijk prinses der Nederlanden. Dochter van Bernhard Karel hertog van Saksen-Weimar-Eisenach (1792-1862), generaal van het Nederlandse leger, en Ida prinses van Saksen-Meiningen (1794-1852). Amalia trouwde op 19-5-1853 in Weimar (Duitsland) met Willem Frederik Hendrik prins der Nederlanden (1820-1879). Het huwelijk bleef kinderloos.

Amalia Maria da Gloria Augusta was de jongste in een gezin van acht kinderen, van wie er één op jonge leeftijd was overleden. Haar vader, tweede zoon van de regerende groothertog van Saksen-Weimar-Eisenach en in Nederlandse krijgsdienst, was in deze tijd de militaire commandant van de toen tot het Koninkrijk der Nederlanden behorende provincie Oost-Vlaanderen. Tussen het hertogelijke paar en de Nederlandse koninklijke familie bestonden geregelde contacten.Vier maanden na de geboorte van Amalia moest haar moeder, prinses Ida, met de kinderen vluchten uit Gent in verband met het uitbreken van de Belgische opstand. Het gezin nam tijdelijk zijn intrek in het huis Rustenburg aan de Scheveningseweg te Den Haag. Vader Bernhard bleef achter en werd belast met het militair commando over Brussel. Enkele maanden na hun overhaaste vertrek reisden Ida en haar kinderen naar Engeland. Daar verbleven zij enige tijd aan het Engelse hof, bij de zuster van Ida, koningin Adelaïde. Amalia’s oudste zusje, Louise, overleed in 1832 op kasteel Windsor. Haar vier broers volgden, net als hun vader, een militaire carrière. Amalia bracht haar jeugd voornamelijk door met haar twee jaar oudere zusje Anna. Voor zover prinses Ida en haar dochters niet in de buurt van de garnizoensplaats van hertog Bernhard woonden, verbleven zij in het door Ida geërfde buitenverblijf Palais Weimar te Liebenstein (tegenwoordig Bad Liebenstein) in het hertogdom Saksen-Meiningen, of in het Fürstenhaus te Weimar in het groothertogdom Saksen-Weimar. Daarnaast maakten zij grote reizen door Europa.

Amalia werd ongetwijfeld grootgebracht in de culturele traditie zoals die bestond aan de hoven van Saksen-Weimar en Saksen-Meiningen. Zij sprak en schreef vloeiend Duits, Frans en Engels. Uit brieven van latere tijd blijkt zij een ontwikkelde vrouw te zijn die geregeld naar het theater in Weimar ging en dol was op de muziek van tijdgenoten als Liszt, Berlioz en Wagner. De liefde voor theater, muziek en literatuur deelde zij met haar vader. Haar moeder zal haar vermoedelijk bekend hebben gemaakt met charitatief werk, behorend tot het vorstelijk métier; prinses Ida wordt om die reden nog steeds geëerd in Bad Liebenstein.

Verloving en huwelijk

Amalia ontmoette haar latere echtgenoot in november 1847 op Madeira. Ze was toen zeventien jaar oud en logeerde met haar moeder en zusje Anna bij haar tante, koningin-weduwe Adelaïde van Groot-Brittannië. Prins Hendrik verbleef op het eiland omdat hij zijn zieke broer Alexander daar heen had gebracht. Volgens de verhalen zou in die korte tijd van twee weken een romance tussen Amalia en Hendrik zijn opgebloeid, maar uit latere brieven blijkt dat Amalia toen alleen maar oog had voor haar neef George van Saksen-Meiningen.

Na de plotselinge dood van haar moeder, in het voorjaar van 1852, besloot Amalia’s vader, die van een enkele jaren eerder in opdracht van koning Willem II uitgevoerde missie in Nederlands-Indië was teruggekeerd, daarvan verslag uit te brengen aan diens opvolger. Daartoe bracht hij met zijn twee dochters een bezoek aan koning Willem III en de koningin-weduwe Anna Paulowna op paleis Soestdijk. Intussen werd een huwelijk gearrangeerd tussen prinses Amalia en prins Hendrik, broer van koning Willem III en namens hem stadhouder van het groothertogdom Luxemburg. Naast bekendheid tussen beide families bestonden er ook familiebanden: een zuster van Anna Paulowna, Maria Paulowna, was de echtgenote van de groothertog van Saksen-Weimar, Amalia’s oom. Hun zoon, erfgroothertog Karel-Alexander, was getrouwd met de enige zuster van prins Hendrik, prinses Sophie. Op 7 juli 1852 werd de verloving van Amalia met prins Hendrik der Nederlanden bekend gemaakt. Door een intensieve briefwisseling leerden zij elkaar beter kennen; bovendien bezocht prins Hendrik zijn aanstaande vrouw twee keer. Het huwelijk vond plaats op 19 mei 1853 in het residentieslot te Weimar, in aanwezigheid van koningin Anna Paulowna.

In Nederland en in Luxemburg

Amalia en Hendrik hadden een harmonieus huwelijk. Beiden waren huiselijk ingesteld, hielden van gezelligheid en intimiteit. Zij kregen geen kinderen. Afwisselend verbleven zij in Nederland en in het groothertogdom Luxemburg. In Luxemburg hadden zij de beschikking over het kasteel Walferdange, gelegen aan de rand van de stad Luxemburg en het neogotische kasteel Berg bij Colmar, dat prins Hendrik van zijn vader had geërfd. De zomermaanden bracht het paar gewoonlijk door op paleis Soestdijk, dat Anna Paulowna in 1865 aan hen had nagelaten. Gedurende hun verblijf in Den Haag woonden Hendrik en Amalia in het paleis aan het Lange Voorhout, in 1845 door de prins aangekocht.

Zoals van een vorstin verwacht mocht worden, hield Amalia zich voornamelijk bezig met liefdadig werk. Verder zette zij zich in voor restauratie van gebouwen in Luxemburg. Zo veel mogelijk vergezelde ze haar man bij officiële gelegenheden. In haar brieven gaf zij blijk van tolerantie en ruimdenkendheid op religieus, politiek en economisch terrein. Zij stimuleerde de plannen van haar echtgenoot het spoorwegnet van Luxemburg tot ontwikkeling te brengen. Het land zou daardoor het middelpunt in internationale verbindingen worden. Ook Hendriks initiatieven op het gebied van kunst, wetenschap en cultuur ondersteunde zij. Het onderwijs, dat was achtergebleven, kreeg mede dankzij de persoonlijke bemoeienis van prins Hendrik een stevige impuls. Waarschijnlijk heeft Amalia ook daarin op de achtergrond een rol gespeeld. Zij was bekend met de opvoedingsmethoden van de pedagoog Friedrich Fröbel, die vanaf 1849 in Bad Liebenstein een kweekschool voor onderwijzeressen leidde, en die zij daar via haar moeder had leren kennen. De bewering dat zij het Fröbelonderwijs in Nederland heeft geïntroduceerd, berust echter niet op feiten.

Hendrik trof in Amalia een partner met uitgesproken opvattingen over de taak van een vorst. Misschien mede onder haar invloed heeft hij in de periode tussen 1866 en 1870 een persoonlijke rol gespeeld in het behoud van de onafhankelijke positie van Luxemburg. Het land dreigde toen speelbal te worden van rivaliteit tussen Pruisen en Frankrijk en uiteindelijk door koning Willem III aan Frankrijk verkocht te worden. Bij de oplossing van het internationale conflict zou Hendrik gebruik hebben gemaakt van familierelaties. Maar of Amalia zelf tijdens een bezoek aan de Russische tsaar (verwant van hen beiden) om diens bemiddeling in de moeilijkheden zou hebben gevraagd – een verhaal dat ruim dertig jaar na dato opdook – is in hoge mate twijfelachtig.

Vanwege de bemoeienis van Hendrik bij de totstandkoming van het Suezkanaal werd Amalia en Hendrik gevraagd als Nederlandse vertegenwoordigers de opening van het kanaal bij te wonen. Op het koninklijke stoomjacht De Valk sloten zij zich aan bij de rij van vorsten die als eersten door het kanaal voeren. Bij die gelegenheid kreeg Amalia van de khedive van Egypte een ‘vlechtwerk van parels’.

Na een korte ziekte overleed Amalia onverwacht op 1 mei 1872 op kasteel Walferdange. Haar lichaam werd per trein vervoerd naar Delft, waar zij op 17 mei in de koninklijke grafkelder in de Nieuwe Kerk werd bijgezet. Met haar optreden had Amalia zich onder de Luxemburgse bevolking veel sympathie verworven; haar overlijden werd diep betreurd. Spoedig werd een initiatief genomen tot oprichting van een gedenkteken voor haar nagedachtenis. In aanwezigheid van prins Hendrik, diens zuster prinses Sophie en hun neef prins Alexander werd op 31 oktober 1876 in het stadspark van Luxemburg een bronzen standbeeld van Amalia onthuld, ontworpen door Charles Prêtre.

Reputatie

De politicus Mackay karakteriseerde Amalia als begaafd, beminnelijk en een beetje dominant. Deze laatste karaktereigenschap lijkt overeen te komen met de verwachting, uitgesproken aan de vooravond van haar huwelijk door een Pruisische ambassadeur in Den Haag, dat zij spoedig haar echtgenoot zou overvleugelen. Amalia’s invloed op haar man was voor buitenstaanders echter weinig zichtbaar en in het openbaar trad zij doorgaans niet al te prominent op de voorgrond. Met veel tact probeerde zij in de familiekring onderlinge moeilijkheden tussen diverse leden op te lossen. In dat verband duidde ook Elise van Calcar haar aan als ‘beminnelijk en verstandig’. 

Naslagwerken

Van Ditzhuyzen.

Archivalia

Koninklijk Huisarchief, Den Haag: archieven van prins Hendrik (A43), koningin Anna Paulowna (A41); collectie Weimar (G54).

Literatuur

  • R. Starklof, Das Leben des Herzogs Bernhard von Sachsen-Weimar-Eisenach. Königlich Niederländischer General der Infanterie, 2 delen (Gotha 1865).
  • Arthur Knaff, Prinzessin Amalia Maria da Gloria Augusta der Niederlande, geborene Prinzessin von Sachsen-Weimar-Eisenach, biographische Skizze (Luxemburg 1876).
  • Elise van Calcar, Sophia Frederika Mathilda koningin der Nederlanden als vorstin en moeder geschetst voor hare landgenoten (Haarlem 1877).
  • J.W. Hofdijk, Willem Frederik Hendrik, prins der Nederlanden (Haarlem 1880).
  • Jules Mersch, ‘Les rois des Pays-Bas, grands-ducs de Luxembourg’, Biographie Nationale 9 (1958) 30-179.
  • P.M. Bosscher e.a., Prins Hendrik de Zeevaarder (Naarden 1975).
  • Peter Wander, Haagse huizen van Oranje. Vier eeuwen paleizen en huizen van de Oranjes in en om de residentie (Den Haag 1981).
  • J.P. Duyverman, Uit de geheime dagboeken van Aeneas Mackay (Houten 1987).
  • E. van Heuven-van Nes e.a. red., Monumenten voor Nassau en Oranje (Rotterdam 2004).

Illustratie

Aquarel door S. Dietz, 1852. Amalia is in rouwkleding vanwege de dood van haar moeder. Om haar hals draagt zij een door Hendrik bij hun verloving geschonken medaillon met daarin een haarlok van prins Hendrik. Foto B. Grishaaver (Stichting Historische Verzamelingen van het Huis Oranje-Nassau, Den Haag).

Auteur: Mieke van Leeuwen-Canneman

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 736

laatst gewijzigd: 13/01/2014