Alvarez Correa, May (1915-1999)

 
English | Nederlands

ALVAREZ CORREA, May, vooral bekend als Shon May Henriquez (geb. Willemstad, Curaçao 6-5-1915 – gest. Willemstad 5-10-1999), beeldhouwster, vertaalster en zakenvrouw. Dochter van Joseph Alvarez Correa (1881-1967), bankier, en Sarah Levy Maduro (1889-1972). May Alvarez Correa trouwde op 6-11-1935 in Willemstad met Max Frederic Henriquez (1909-1995), mijnbouwkundig ingenieur. Uit dit huwelijk werden 2 dochters geboren.

May Alvarez Correa goeide op als jongste van twee dochters in een welgestelde familie in de joodse wijk Scharloo in Willemstad. Haar vader Joseph Alvarez Correa (Shon Jojo) was medestichter van de familieonderneming Maduro’s Bank NV. Als joods meisje volgde May enkele jaren onderwijs op een openbare school – een joodse school was er niet. Vervolgens kreeg ze privélessen thuis van onder meer dominee H.E. Eldermans, die haar de ogen opende voor filosofie, literatuur, religie en schilderkunst. Engelse les kreeg ze van een Engelse gouvernante. Verder werd er thuis Papiaments gesproken. Als kind logeerde ze vaak bij haar grootmoeder van moeders kant, Emma Maduro-Lopez Penha, die aan de Penstraat woonde en met de hele familie de vakanties doorbracht op landhuis Bloemhof.

Op haar twintigste trouwde May Alvarez Correa met Max Henriquez, een mijnbouwkundig ingenieur in dienst van een Shell-raffinaderij in Venezuela. Ze gingen tussen de olievelden in Lagunillas wonen.

Beeldhouwen en vertalen

Tijdens de Tweede Wereldoorlog kreeg May’s echtgenoot een baan bij de Maduro en Curiel’s bank en verhuisden ze naar Curaçao, waar zij op familiegrond hun huis bouwden. Ze kregen twee dochters: Diane Monique en Nicole Denise. In diezelfde tijd begon May Henriquez zich steeds meer voor cultuur te interesseren. Ze hoorde bij de culturele groep die het op Curaçao bekende kunstenaarsechtpaar Chris Engels en Lucilla Engels-Boskaljon om zich heen verzamelden. Toen haar echtgenoot in 1947 in verband met zijn werk naar Caracas moest, schreef May Henriquez zich in bij de cursussen van de bekende Spaanse beeldhouwer Maragall, op dat moment werkzaam in Caracas. Na een introductie door Willem Sandberg, directeur van het Stedelijk Museum in Amsterdam, volgde ze in 1949 beeldhouwles van Zadkine in Parijs – beeldhouwen werd haar favoriete kunstvorm, en met haar nieuwe leermeester raakte ze bevriend. Elk jaar ging ze een maand naar Parijs om lessen bij Zadkine te volgen. Ze richtte in het koetshuis van landhuis Bloemhof een atelier in dat uitgroeide tot een ontmoetingscentrum voor lokale en buitenlandse kunstliefhebbers, zoals Cola Debrot, Chal Corsen, Barbara Smeets, Corneille en Peter Struycken.

In 1952 begon May Henriquez ook met het maken van vertalingen. Voor toneelregisseur Paul Storm vertaalde ze repertoirestukken uit de westerse traditie in het Papiaments en paste deze aan naar lokale omstandigheden. Zo bewerkte ze in 1953 Molières Le médecin malgré lui (Dokter tegen wil en dank) als Ami dòkter? Lubidá (Ik dokter? Vergeet dat maar) en in 1954 Shaws Pygmalion als Laiza porko sushi (Laiza, vies varken).

May Henriquez speelde een belangrijke rol in de Curaçaose cultuurwereld. Zo was ze in 1950 al mede-oprichter van de Stichting Wetenschappelijke Bibliotheek (nu deel van de University of Curaçao), lid van de Adviesraad voor Culturele Samenwerking tussen de landen van het Koninkrijk en voorzitter van de Culturele Adviesraad van Curaçao. Samen met Ben Smit en Barbara Smeets heeft Curaçao in 1959 haar eerste kunsthandel gekend, Galerie de Boog. Ze nam het initiatief tot oprichting van de schouwburg Centro Pro Arte (geopend in 1968) en was in 1967 mede-oprichter van de Curaçaose toneelgroep Thalia. Hiernaast was ze redactielid van het sociaal-cultureel tijdschrift Kristòf en lid van de Komishon Standarisashon di Papiamentu. In 1981 publiceerde ze een bundel originele verhalen over onderwerpen die ze ontleende aan de lokale orale traditie: Yaya ta konta (Yaya vertelt) – de yaya was de huishoudster en nanny, een vrouw met een hoge status die vroeger als een tweede moeder werd gewaardeerd en tegenwoordig een haast mythische figuur is geworden. Zij was in 1969 voorzitter van de stichting die de uitgave van de Encyclopedie van de Nederlandse Antillen heeft begeleid en was later in 1985 de drijvende kracht om de tweede herziene druk te verwezenlijken. Met behulp van vele vrienden en kennissen verzorgde May Henriquez de uitgave Ta asina? o ta asana? Abla, uzu i kustumber sefardí (Is het zus, of is het zo? Spraak, gebruik en gewoontes van de Sefardi) over specifiek joodse kenmerken in het Papiaments (1988). Het bekende raadselboek, Bati Kabes met illustraties van Elis Juliana verscheen in 1992.

Op latere leeftijd was Henriquez Alvarez-Correa ook op zakelijk gebied actief. Vanaf 1982 had ze een commissariaat bij de Maduro & Curiels Bank, de door haar vader opgerichte bank. In 1996 werd ze president-commissaris. Wellicht was ze hiermee de eerste vrouwelijke bankpresident ter wereld.

Op 5 oktober 1999 overleed May Henriquez Alvarez-Correa, in de ouderdom van 84 jaar. Postuum verscheen in 2001 een bundel gedichten met afbeeldingen van sculpturen en illustraties van haar hand: Liña, koló i ritmo (lijn, kleur en ritme).

Reputatie

May Henriquez Alvarez-Correa heeft bekendheid verworven als beeldhouwster, schrijfster, dichteres en vertaalster. Ze leidde een gevarieerd leven en was een veelzijdig kunstenares – in haar biografie Shon May (2012) noemt Josette Capriles Goldish haar daarom een renaissancevrouw. Voor al haar activiteiten op cultureel gebied werd May Henriquez op Curaçao onderscheiden met de lokale Chapi di plata (Zilveren hark) en Mangusá Kultural (Culturele Potpourri) voor haar bijdrage aan het Papiaments, en in Nederland met de Zilveren anjer (1961). Ook was ze Ridder (1965) en Officier (1985) in de Orde van Oranje-Nassau. Op de jaarlijkse vrouwenconferentie in Willemstad werd ze in 2017 postuum geëerd als ‘outstanding woman of the year’ vanwege haar grote betekenis voor de ontwikkeling van het Papiaments. Landhuis Bloemhof is tegenwoordig een drukbezocht cultureel centrum waar veel activiteiten in de geest van May Henriquez plaatsvinden.

Naslagwerken

Theaterencyclopedie.

Publicaties

  • Laiza Porko Sushi (1954) [een bewerking van Pygmalion door George Bernard Shaw].
  • Porta será (1973) [vertaling van Huis Clos door Jean Paul Sartre].
  • Kèlki na Boka (1973) [vertaling van Bokaal aan de lippen door Cola Debrot].
  • Yaya ta Konta (1981) [bundel kinderverhalen].
  • Tres kuenta di Wisiwas Mantekabela (1984) [bundel kinderverhalen].
  • Ta asina? o ta asana? (1988 [herdruk 2015]) [vocabulaire sefardisch papiamentu].
  • Loke a keda pa simia (1991) [vervolg op bovengenoemde vocabulaire].
  • Bati Kabes (1992 [herdruk 2008]) [raadselboek, ill. Elis Juliana].
  • Port’i Heru – Bloemhof, un historia kontá (1999) [jeugdherinneringen op Bloemhof].
  • Liña, koló i ritmo; trabou di palu, piedra, klei i pèn (Willemstad 2002) [Lijn, kleur en ritme; werk met hout, klei en pen] .

Literatuur

  • ‘May Henriquez: “Tin hopi talento na nos isla” [Er is veel talent op ons eiland]’, in: Jeanne Henriquez, Kòrsou su muhénan pionero [Curaçao en zijn vrouwelijke pioniers] (2002) 72-75.
  • Josette Capriles Goldish, Shon May. Renaissance woman of Curaçao (Willemstad 2012).
  • ‘May Henriquez is the 12th outstanding woman’, Curaçao Chronicle, 29-5-2017.

Illustratie

May Henriquez, door Nicolaas Porter, ongedateerd.

Auteur: Wim Rutgers

laatst gewijzigd: 28/01/2021