Kleefstra, Anna Catharina (1884-1977)

 
English | Nederlands

KLEEFSTRA, Anna Catharina, vooral bekend als Annie Adama van Scheltema (geb. Lemmer 25-2-1884 – gest. Amsterdam 22-3-1977), bibliothecaresse en archivaris. Dochter van Jentje Johan Kleefstra (1860-1929), pedagoog en schoolhoofd, en Elisabeth Klein (1859-na 1907). Annie Kleefstra trouwde op 24-10-1907 in Amsterdam met Carel Steven Adama van Scheltema (1877-1924), dichter. Dit huwelijk bleef kinderloos.

Anna Catharina (Annie) Kleefstra was de oudste dochter van een Friese socialistische onderwijsvernieuwer. Ze behaalde een mo-akte Duitse taal- en letterkunde en ging lesgeven op haar vaders jongensinternaat in Hilversum. In 1905 werd ze lid van de Sociaal-Democratische Arbeiders-Partij (SDAP). Twee jaar later ontmoette ze de zeven jaar oudere volksdichter Carel Steven Adama van Scheltema, ook SDAP-lid. Hij nam Annie aan als zijn secretaresse, en ze stopte met lesgeven. Een half jaar na hun kennismaking trouwden ze. Dankzij een erfenis van haar man kon het echtpaar jarenlang ‘op kunstreis’ naar Parijs, Florence, Rome, Venetië en München, tot zij zich in 1913 vestigden in de kunstenaarskolonie Bergen. Daar ontvingen ze kunstenaars en wetenschappers. ‘In de harmonieuze sfeer die zijn vrouw wist te scheppen kon hij goed werken’, aldus het BWSA over dit kinderloze huwelijk. Annie Adama van Scheltema had het druk met het organiseren van soirées, tot haar man in 1924 plotseling overleed na een val van de trap.

Acquisiteur voor het IISG

Na het overlijden van haar man ging de inmiddels veertigjarige Annie Adama van Scheltema in Amsterdam wonen, ‘in een flatje’.  In 1930, nadat het door haar man nagelaten vermogen was gekelderd door de beurscrisis, meldde zij zich bij de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam, naar eigen zeggen omdat ze niet anders kon – ze ‘moest geld gaan verdienen’. De bibliotheekdirecteur nam haar per direct aan als medewerkster, op voorwaarde dat ze een bibliothecarisopleiding zou volgen. In 1932 voltooide ze haar omscholing. Vervolgens bezorgde de sociaal-democraat Nico Posthumus, hoogleraar economische geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam en een bekende van de soirées in Bergen, haar twee nieuwe banen: één als bibliothecaris aan de door hem opgerichte Economisch-Historische Bibliotheek (EHB), en één als partijarchivaris van de SDAP.

De opdracht van EHB-bibliothecaresse Annie Adama van Scheltema bestond uit het acquireren van zoveel mogelijk socialistische en anarchistische bibliotheken en archieven van internationaal belang. Vanwege Hitlers machtsovername liepen deze documenten gevaar te worden vernietigd: veel archieven en bibliotheken raakten in de vroege jaren dertig op drift en wat er nog aanwezig was, moest in veiligheid gebracht. In 1934 kwam Adama van Scheltema op een congres van het Internationaal Verbond van Vakverenigingen in Parijs polsen naar het in 1933 uit Berlijn meegesmokkelde partijarchief van de Duitse Socialistische Partij (SPD). Ze kreeg te horen dat de meest begeerde stukken, de handschriften van Karl Marx en Friedrich Engels, al in Denemarken in veiligheid waren gebracht, maar dat Oost-Europese ballingen hun archieven wilden verkopen om een oversteek naar Amerika te financieren. Terug in Amsterdam zamelden Adama van Scheltema en Posthumus geld in onder particulieren, maar de opbrengst was teleurstellend. Toen ze bij een etentje met haar socialistische kennissen had gehoord dat de Centrale Arbeiders Verzekerings- en Depositobank volgens haar eigen statuten diende te investeren in culturele activiteiten van de arbeidersbeweging, kwam ze op het idee om de bank hierover te benaderen. Posthumus vroeg een onderhoud aan met de bankdirecteur, Adama van Scheltema mocht mee maar moest op de gang wachten. De bankdirecteur stemde toe de acquisitie van Europese archieven en bibliotheken met betrekking tot de geschiedenis van het socialisme en de arbeidersbeweging te financieren, en doneerde geld voor de verbouwing van een Amsterdamse hbs aan de Keizersgracht (nr. 264) tot bewaarplaats: het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) ging in 1935 open, en Adama van Scheltema werd aangesteld als instituutsbibliothecaris.

Annie Adama van Scheltema heeft zich verdienstelijk gemaakt als buitengewoon assertieve acquisiteur van bedreigd archivalisch en literair erfgoed. Dankzij haar persoonlijke inspanningen in binnen- en buitenland kreeg het IISG archiefbestanden van monumentale historische betekenis in handen. Haar inzicht in de geschiedenis van het socialisme en achtergrond als germaniste maakten haar geknipt voor deze taak. Bovendien bewoog ze zich gemakkelijk onder intellectuelen, en had ze zowel mensenkennis als reiservaring. Na archiefreizen in eigen land en congresbezoek aan Parijs toog ze naar Wenen om de archivaris en historicus van de anarchistische beweging, Max Nettlau in Wenen, te vragen zijn documentatie aan het IISG te verkopen –  een eerdere poging van Posthumus was mislukt. Zeven dagen lang werkte ze op hem in: ze bezocht Nettlau op zijn armoedige kamer, lunchte met hem, praatte op hem in, en won uiteindelijk zijn vertrouwen. Zo slaagde ze erin Nettlau’s 364 archiefkisten naar Amsterdam te laten overbrengen.

In de jaren dertig bewees Annie Adama van Scheltema zich als een gedreven acquisiteur die uit overtuiging bereid was onverantwoorde risico’s te nemen. Posthumus roemde haar om haar ‘heilig vuur’; Nettlau en andere door Adama van Scheltema benaderde beheerders van bedreigd archivalisch erfgoed repten in hun correspondenties respectvol over haar onverschrokkenheid. In 1938 reisde ze tijdens de Anschluss opnieuw naar Wenen en kwam ze terug met een koffer manuscripten van Michael Bakoenin. Nog datzelfde jaar loodste ze koffers met documenten van de anarchist en revolutionair Gustav Landauer uit Karlsruhe door de Duitse douane. In 1938-1939 was ze ook in Praag en Belgrado, om de archieven van de Tsjechische socialisten en de Russische sociaal-revolutionairen in exil te verzamelen.

Tijdens de bezetting ging het mis. In de nacht van de capitulatie had Adama van Scheltema nog ongestoord tientallen boeken afkomstig van het overhoop gehaalde kantoor voor politieke vluchtelingen uit de gracht staan vissen, maar in juni 1940 kreeg ze huisbezoek van SS-officieren. Die hoorden haar uit over geheime archieftransporten naar de IISG-dependance in Parijs, waar de archieven van de Eerste en de Tweede Internationale lagen opgeslagen. De Duitsers haalden daar vervolgens alles weg en sloten in juli ook het Amsterdamse IISG. Toen de bezetter eind 1944 ook dit instituut liet leeghalen, sprong Adama van Scheltema op de fiets om toe te zien hoe 2500 archiefkisten in vrachtwagens werden geladen. Direct na de bevrijding spoorde ze via de politie de vrachtwagenchauffeur op. Zo kwam ze te weten dat de kisten op de vaart waren gezet. In april 1946 wist ze na talloze bezoeken aan het bureau voor de recuperatie van gestolen kunstschatten te achterhalen dat de vrachtschepen met de IISG-archieven bij Hannover lagen.

Op het IISG richtte Annie Adama van Scheltema zich in de naoorlogse jaren meer dan voorheen op de ontsluiting van verworven archieven. Op 31 december 1953, kort voor haar zeventigste verjaardag, ging Annie Adama van Scheltema met pensioen. Posthumus was inmiddels als instituutsdirecteur opgevolgd door A.J.C. (Dolf) Rüter, met wie ze het als oudgediende niet goed kon vinden. Gepensioneerd en wel bleef ze voor het IISG bemiddelen bij de acquisitie van archivalia, soms tot ergernis van de zittende directeur. Kort voor haar 93 verjaardag regelde Annie Adama van Scheltema haar euthanasie. Op 24 maart 1977 werd ze begraven in Bergen.

Reputatie

Annie Adama van Scheltema-Kleefstra heeft terecht naam gemaakt als de heldin van de IISG-collectie. Rein van der Leeuw, een van de latere directeuren, typeerde Annies présence als instituutsbibliothecaresse: ‘Mensen, die nauw met haar samen hebben gewerkt op het IISG, vermelden steeds haar grote werkkracht en inzet voor het Instituut. Dat zij er op nu niet meer voorstelbare wijze de wind onder had is ook waar. Zij was een persoonlijkheid, die als wijlen Bismarck, gemakkelijker zich liet gehoorzamen, dan dat zij zelf zich schikken kon naar anderen’ (Van der Leeuw sr., 139-140).

Naslagwerken

BWSA; BWN.

 

Werken

‘Herinneringen van de bibliothecaresse van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis’, Tijdschrift voor Sociale Geschiedenis 4 (1978) 141-176 [memoires].

 

Archivalia

Noord-Hollands Archief, Burgerlijke Stand, Huwelijksakte Reg. 4G fol. 42v.

 

Literatuur

  • J.R. van der Leeuw sr., ‘Bij de herinneringen van Annie Adama van Scheltema’, Tijdschrift voor Sociale Geschiedenis 4 (1978) 139-140.
  • M. Hunink, De papieren van de revolutie. Het Internationaal Instituut voor Sociale Gechiedenis 1935-1947 (Amsterdam 1986).
  • R. Hartmans, ‘“Een slordig leven misschien, maar wel verdomde interessant”. De 21ste eeuw van Elisabeth Spanjer’, De Groene Amsterdammer, 12-8- 2005.
  • E. Müller, ‘Annie van Scheltema-Kleefstra (1884-1977)’ in: G. Benser en M. Schneider red., Bewahren – Verbreiten – Aufklären. Archivare, Bibliothekare und Sammler der Quellen der deutschsprachigen Arbeiterbewegung (Bonn-Bad Godesberg 2009) 287-291.

Illustratie

Annie Adama van Scheltema-Kleefstra, door Ruth Höhndorf, ca 1935 (IISG Amsterdam).

Auteur: Sandra Langereis

laatst gewijzigd: 19/10/2017