Achenbach, Christina Petronella (1816-1907)

 
English | Nederlands

ACHENBACH, Christina Petronella (geb. Den Haag 18-12-1816 – gest. Den Haag 25-11-1907), concertzangeres. Dochter van Jan Achenbach (ca. 1785-1857), ambtenaar, en Petronella Maria Philippina Cornelia Hespe Ondaatje (1792-na 1857). Christina Petronella Achenbach bleef ongehuwd.

Christina Petronella Achenbach was de oudste dochter in een gezin van vijftien kinderen, van wie een aantal op jonge leeftijd overleed. Zij kreeg haar muzikale opleiding aan de Koninklijke Muziekschool in Den Haag en maakte spoedig deel uit van het koor van de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst in Den Haag. Mejuffrouw Achenbach – zoals haar artiestennaam luidde – behoorde met haar fraaie contra-alt tot de beste concertzangeressen van haar tijd, ook al bleef zij een ‘dilettante’. Van 1836 tot 1858 trad zij in het hele land op. Op twintigjarige leeftijd zong zij met veel succes Händel en Mozart op het grote muziekfeest van de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst in Amsterdam (1836). In Den Haag was zij onder meer te horen op de openbare winteroefeningen van de zangvereniging (1846), op concerten voor hulpbehoevende kunstenaars (1848), concerten voor de armen (1849) of voor de ‘noodlijdenden door de watersnood’ (1850). Ze kreeg goede kritieken: ‘hare fraaie toon van stem en zekere intonatiën bevorderen altoos het schoonste geheel in de ensemble-solostukken’ (Caecilia 1-2-1848, 24).

In 1848 werd Christina Petronella Achenbach benoemd tot erelid van de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst in Den Haag. Haar laatste optreden had zij, voor zover bekend, in 1858. Over de tweede helft van haar leven is niets bekend. Zij overleed in Den Haag op 11 november 1907, 91 jaar oud, volgens de overlijdensakte ‘zonder beroep’.

Naslagwerken

Gregoir.

Archivalia

Haags Gemeentearchief: BS, Geboorten 1813-1822, akte nr. 0-0, fiche 39, afb. 5. BS, Overlijden, akte nr. 3431.

Literatuur

  • Recensies van optredens in Caecilia (1-12-1846) 229-230, (1-2-1848) 24, (15-2-1849) 33, (13-3-1850) 66-67.
  • J.D.C. van Dokkum, Honderd jaar muziekleven in Nederland: een geschiedenis van de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst bij haar eeuwfeest 1829-1929 (Amsterdam 1929) 50.
  • H.H. Metzelaar, From private to public spheres: exploring women’s role in Dutch musical life from c. 1700 to c. 1880 and three case studies (Utrecht 1999) 61.

Redactie

laatst gewijzigd: 13/01/2014